In een brief aan de Tweede Kamer gaan de ministers van onderwijs in op de financiële positie van onderwijsinstellingen in 2018. Zij doen dit naar aanleiding van een door de inspectie opgesteld rapport.
De ministers constateren dat de resultaten over het algemeen fors positiever zijn dan begroot was door de instellingen. In het primair onderwijs waren deze verschillen in 2018 wel beduidend minder dan de jaren daarvoor. Dit neemt niet weg dat voor het hele primair onderwijs een negatief resultaat ad € -63,3 mln. begroot was en dat het werkelijk resultaat op € 5,9 mln. uitkwam. Voor alle sectoren waren de resultaten over 2018 als volgt:
Bedragen x € 1 mln. | begroot | realisatie |
PO | € -63,30 | € 5,90 |
VO | € 30,33 | € 93,90 |
Mbo | € 2,50 | € 92,60 |
HO | € -21,97 | € 113,34 |
SWV po | € -13,98 | € 6,41 |
SWV vo | € – 4,96 | € 13,05 |
Totaal | € -71,38 | € 325,20 |
De conclusie is dat de onderwijsinstellingen macro gezien bijna € 400 mln. positiever resultaat realiseren dan ze begroot hadden. Dit fenomeen doet zich al verscheidende jaren voor. Het ministerie stelt dan ook vraagtekens bij de kwaliteit van de begrotingen van veel onderwijsinstellingen. In de brief stellen de ministers ook een aantal acties voor om ongewenste reservevorming in de toekomst te voorkomen.
Door een arrest van de Hoge Raad zouden instellingen die winst beogen met leveringen en diensten van sociale en culturele aard 21% btw moeten afdragen. Het kabinet vindt dat onwenselijk.
De hoogste bestuursrechter, de Centrale Raad van Beroep, heeft bepaald dat persoonlijke dienstverleners die minder dan vier dagen per week werken in dienst van iemand met een persoonsgebonden budget (pgb),
Vanaf 1 juni 2023 kan de motorrijtuigenbelasting voor vrachtwagen via automatische incasso aan de Belastingdienst worden betaald.