5 december 2018

Per 1 januari 2019 gaat het verlaagde btw-tarief van 6% naar 9%. Het reguliere btw-tarief blijft 21%. Wanneer u prestaties verricht waarop het verlaagde btw-tarief van toepassing is, is het opletten geblazen rondom de tariefsverhoging. Doordat op een ‘vast moment’ (1 januari 2019) de verhoging wordt ingevoerd, is het van groot belang om vast te stellen of de btw in 2018 of 2019 is verschuldigd. Afhankelijk daarvan moet u met 6% of 9% btw factureren. Hieronder een aantal handvaten die ik u graag meegeef.

De hoofdregel is: Het moment van verschuldigdheid is zowel voor ondernemers die het kasstelsel toepassen als voor ondernemers die het factuurstelsel toepassen bepalend voor de vraag welk btw-tarief van toepassing is.

Kasstelsel

Bij gebruikers van het kasstelsel geldt dat wanneer in 2018 wordt gefactureerd (t.a.v. een prestatie in 2018), er 6% btw moet worden aangehouden. Echter, wanneer de betaling pas in 2019 wordt ontvangen, geldt het btw-tarief van 9%. De staatssecretaris stelt in de nota n.a.v. het verslag Belastingplan 2019: ‘Voor ondernemers die het kasstelsel toepassen geldt in beginsel dat de btw wordt verschuldigd op het moment dat de vergoeding geheel of gedeeltelijk wordt ontvangen.’

Bij deelbetalingen merkt de staatsecretaris het volgende op: ‘Indien een ondernemer het kasstelsel toepast, is de ondernemer over deelbetalingen die in 2018 worden ontvangen het oude btw-tarief verschuldigd en over de deelbetalingen die in 2019 worden ontvangen het nieuwe btw-tarief. Bij een betaling in 2019 dient er een factuur met 9% btw te worden opgemaakt.’

Factuurstelsel

Bij ondernemers die het factuurstelsel gebruiken, is de datum van de factuur doorslaggevend in geval van prestaties aan een andere ondernemer/rechtspersoon. Bijvoorbeeld, bij een levering in 2018 en een factuur in 2019 dient 9% btw te worden gehanteerd. Zorg er dus voor dat voor prestaties in 2018 de factuur er ook in 2018 uitgaat om btw te besparen. Bij prestaties aan een particulier is dat anders. In het genoemde voorbeeld van een levering in 2018 en facturatie in 2019 blijft het 6% btw-tarief van toepassing. Hier geldt het moment van de prestatie.

De Belastingdienst zegt op haar website verder de wijziging soepel te willen laten verlopen en noemt hierbij het volgende geval m.b.t. een vooruitbetaling:
‘Vindt een prestatie in 2019 plaats, maar is de betaling in 2018 voldaan? Dan geldt hiervoor het 6%-tarief. Denk hierbij bijvoorbeeld aan concert- of seizoenkaarten die in 2018 worden betaald, terwijl de evenementen pas in 2019 plaatsvinden. Pas voor betalingen vanaf 1 januari 2019 geldt het 9%-tarief.‘

Overigens, kunstmatige constructies waarbij vooruit wordt gefactureerd voor prestaties die na 1 januari 2019 worden verricht en betaald, zullen door de Belastingdienst worden bestreden!

Kortom, in geval u prestaties verricht waarop het verlaagde btw-tarief van toepassing is, is het dus opletten geblazen rondom de tariefsverhoging. Neemt u bij vragen rondom uw specifieke geval gerust contact met ons op.

 

mr. P.R.J. (Reijer) van Schothorst LLM RB
Belastingadviseur
rvschothorst@vanreeacc.nl