De Belastingdienst kan vragen stellen naar aanleiding van uw aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Wanneer de Belastingdienst vervolgens ernstige twijfels heeft bij de juistheid van de administratie van uw onderneming dan kan zij deze administratie verwerpen. Dit is een zwaar middel. Dit zware middel mag daarom ook niet zomaar worden toegepast. De gevolgen zijn meestal desastreus.
Als uw administratie wordt verworpen heeft dit – zoals gezegd – desastreuze gevolgen. Immers zal de inspecteur dan een aanslag opleggen op basis van zijn of haar inschatting. Natuurlijk moet deze inschatting redelijk zijn. Echter mag de fiscus wel een “veiligheidsmarge” inbouwen. Daarbij mag de Belastingdienst gegevens uit de verworpen administratie gebruiken. Vervolgens moet u bewijzen dat de schatting niet klopt. Dit is een lastige en vaak arbeidsintensieve bewijspositie. Meestal trekt u dan ook aan het “kortste eind”.
Samengevat kan de inspecteur uw administratie verwerpen als er sprake is van twee van de volgende drie situaties:
Belangrijk is om bij de verwerping van de administratie goed te kijken naar de aanwezige jurisprudentie (uitspraken van rechters). Immers kunnen vergelijkbare gevallen u mogelijk helpen.
Heeft u te maken met (mogelijke) verwerping van de administratie? Ga daar niet zomaar mee akkoord. Uit de jurisprudentie blijkt dat de Belastingdienst soms te snel naar dit middel heeft gegrepen. Neem daarom altijd contact op met uw fiscaal jurist. Als fiscaal juristen van Van Ree staan wij u graag bij.
Mr. J. (Johan) de Bruin AA RB
jdbruin@vanreefc.nl
Belastingadviseur