2 juli 2019

Voor u als werkgever kan het aantrekkelijk zijn een oudere werknemer vervroegd te laten afvloeien. Een kosten-baten analyse hebt u snel gemaakt. Spoedig volgt de vaststellingsovereenkomst waarin u samen met uw werknemer de afspraken vastlegt.

Ons kabinet is echter van mening dat oudere werknemers zo lang mogelijk  moeten blijven participeren in het arbeidsproces. Prépensioenachtige regelingen die als doel hebben oudere werknemers vervroegd te laten afvloeien worden fiscaal daarom afgestraft en als Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) aangemerkt.

Helaas komt het teveel voor dat achteraf de vertrekregeling voor de werkgever toch een stuk duurder blijkt uit te vallen. De reden? De belastinginspecteur die meent dat de vertrekregeling is aan te merken als een RVU. Een RVU betekent voor u als werkgever 52% extra belastingheffing.

Is elke vertrekregeling dan een RVU? Dat is zeker niet het geval maar het is erg belangrijk het risico van een RVU tijdig te onderkennen. In bepaalde gevallen kan een RVU worden uitgesloten. Bijvoorbeeld als een werknemer niet functioneert of een verschil van mening bestaat over het te voeren beleid. Deze omstandigheden kunnen leiden tot het vervroegde vertrek van een werknemer. De reden van ontslag is dan aanleiding geen RVU te veronderstellen.

Overweegt u een (collectieve) vertrekregeling voor een oudere werknemer(s)? Laat dan vooraf uw fiscalist beoordelen of u het risico loopt op een RVU. Desgewenst kunt u de belastingdienst vooraf verzoeken hieromtrent een standpunt in te nemen.

Arjan Van Der Bok

Mr. A.A. van der Bok RB MB MFP
Fiscalist
avdbok@vanreefc.nl