17 december 2021

Het frustreert mij elke keer weer; het beleidsbesluit van de Staatssecretaris van Financiën (CPP2005/2730M) dat o.a. ingaat op de gevolgen voor de vennootschapsbelasting (VPB) van (deels) gesubsidieerde stichtingen en verenigingen. Wat doet zich voor?

Een stichting of vereniging is VPB-plichtig indien en voor zover er een onderneming wordt gedreven. Naast 1) een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal en 2) deelname aan het economisch verkeer geldt als 3e voorwaarde dat sprake moet zijn van de aanwezigheid van een winststreven. Subsidies kunnen ertoe leiden dat er een overschot in de jaarrekening wordt gepresenteerd. In de achterliggende jaren zien we dat steeds meer; een toename van budgetsubsidies in plaats van projectsubsidies waarbij een eventueel subsidieoverschot niet terugbetaald hoeft te worden. Als in twee opeenvolgende jaren een overschot wordt gerealiseerd, vindt de Belastingdienst al snel dat sprake is van een winststreven.

Het besluit noemt 2 situaties wanneer er geen sprake is van een winststreven:

  1. Als volgens de statuten of subsidieregels de gesubsidieerde instelling overschotten moet aanwenden conform de subsidiedoeleinden of moet terugbetalen aan de subsidieverstrekker; of
  2. Als de gesubsidieerde instelling m.b.t. de gesubsidieerde activiteiten voor 70% of meer verkrijgt uit subsidies en daarnaast (interpretatie Belastingdienst) uitsluitend eigen bijdragen worden ontvangen m.b.t. deze gesubsidieerde activiteiten.

Mijn frustratie? De Belastingdienst geeft zo haar eigen uitleg aan hoe je het besluit van de Staatssecretaris moet lezen. Eigen bijdragen leest de Belastingdienst als uitsluitend bijdragen die rechtstreeks verband houden met gesubsidieerde activiteiten. Daar wringt de schoen want een grammaticale uitleg leidt mijns inziens tot een andere uitkomst. Het gevolg is wel dat in vrijwel niet één situatie in de praktijk nog een beroep kan worden gedaan op het beleidsbesluit. Heel veel stichtingen en verenigingen hebben namelijk ook andere opbrengsten naast subsidieactiviteiten, hoe gering soms ook van omvang. Het subsidiebesluit kan dan – volgens de Belastingdienst – de prullenbak in.

Discussiëren met de Belastingdienst over de interpretatie en uitleg van het subsidiebesluit heeft meestal weinig zin. Bijna standaard is de boodschap: dit is nu eenmaal de lijn die we aanhouden, helaas voor u!

Dus een subsidieoverschot en daarmee dus ook een winststreven en dus VPB-plicht? Het is van belang nu uw fiscale bril op te zetten. Immers, is de jaarrekening gepresenteerde commerciële winst wel gelijk aan de fiscale winst? Dat is immers lang niet altijd het geval! Zo kennen we fiscaal bezien verschillende mogelijkheden die de commerciële winst als zon voor de sneeuw kunnen laten verdwijnen. Denk bijvoorbeeld aan de vorming van een fiscale onderhoudsvoorziening die de fiscale winst drukt. Een andere vraag is of op basis van goed koopmansgebruik opbrengsten en kosten fiscaal wel aan het juiste jaar zijn toegerekend. Als aandachtspunt geldt de juiste periodeafbakening van projectsubsidies die over het boekjaar heen lopen.

Onder ons gesproken: echt niet elke belastinginspecteur heeft diep in zijn hart vrede met de uitleg en toepassing van het subsidiebesluit door de Staatssecretaris. Als belastingplichtige moet je soms ook wat geluk hebben met wie je namens de Belastingdienst aan tafel zit. Maar als u die meedenkende belastinginspecteur dan niet treft, dan kunnen fiscale winstbepalingsregels mogelijk uitkomst bieden!

Toch fijn, het schrijven van zo’n blog, het lucht voelbaar een klein beetje op. Maar, het is niet genoeg om mijn frustraties weg te nemen, echt gerust ben ik er niet op. Weet u wat dat wel doet? Een herzien beleidsbesluit waarbij de Staatssecretaris laat blijken mee te gaan met de tijd. Waarbij hij laat zien oog te hebben voor het feit dat overheden als subsidieverstrekker in toenemende terugtreden en stichtingen of verenigingen meer subsidievreemde activiteiten verrichten. Die denkrichting is naar mijn mening de oplossingsrichting om subsidies niet onnodig in de VPB-heffing te betrekken. Dat voorkomt bij veel stichtingen en verenigingen een hele hoop gedoe!

Wat mij betreft is het laatste woord in deze aan onze Staatssecretaris van Financiën!

Arjan Van Der Bok

Mr. A.A. (Arjan) van der Bok RB MB MFP
Van Ree Finance Consultants
Belastingadviseur
avdbok@vanreefc.nl