Dealers kunnen (nu nog) kiezen of ze de bpm wel of niet in de omzet opnemen in de jaarrekening. Dit is opgenomen in de regels voor de jaarverslaggeving (RJ 270).
Alhoewel er een keuze is, geeft RJ 270.201a wel aan: “Voor dealers en andere autobedrijven wordt mede met het oog op de onderlinge vergelijkbaarheid van hun jaarrekeningen aanbevolen de bpm te begrijpen in de netto-omzet”. Dit is een aanbeveling; geen verplichting. Als de bpm niet als omzet wordt verantwoordt moet dit wel tekstueel toegelicht worden.
Deze keuze heeft voor de NOW grote gevolgen (gehad). Zie ook ons artikel van maart 2021. https://automotive-online.nl/management/laatste-nieuws/podium/29126-podium-reparatie-now-regels-nodig-om-negatief-effect-van-bpm-keuze-te-corrigeren
Nu lijkt er een wijziging te komen. De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft in haar uiting van 10 januari 2022 aangegeven dat ze verplicht willen gaan stellen dat de omzet exclusief bpm moet worden weergegeven. Dit is dus anders dan de huidige keuze en de huidige voorkeur. Dit is de RJ-uiting: https://www.rjnet.nl/uitingen/2022/1/
Dit is nog niet definitief, maar de ervaring leert dat deze voorstellen wel doorgezet worden. Het zal dan verplicht worden vanaf verslagjaren beginnend op of na 1 januari 2023. Eerder toepassen mag reeds binnen de bestaande regelgeving. Het is goed om dit met de jaarrekening 2021 of 2022 te overwegen.
Vanuit onze analyse van de jaarrekeningen 2020 van de 75 grootste autodealers in Nederland blijkt het volgende:
– 45% presenteert de omzet inclusief BPM
– 30% exclusief BPM
– 25% geeft deze keuze niet aan in de jaarrekening
De onderlinge cijfers zijn daarmee dus lastig te vergelijken omdat de BPM een substantieel onderdeel is van de omzet nieuwe auto’s. Wij zijn dan ook voorstander van het gelijk trekken van de verwerkingswijze.