Een kinderopvangorganisatie kan met de vennootschapsbelasting (Vpb) te maken krijgen. Een BV heeft dat per definitie, maar een stichting of vereniging kan hier ook mee te maken hebben. Heeft u dit risico al gesignaleerd? In de praktijk komt de vennootschapsbelasting voor veel kinderopvangorganisaties nog als een verrassing! Maar let op: bent u actief in de peuteropvang? Lees dan verder!
Ik zet hem even scherp aan. Is een stichting of vereniging die activiteiten verricht als kinderopvangorganisatie altijd Vpb-plichtig? Nee, zeker niet. Mogelijk kent u de vrijstelling voor kleine fiscale winsten. Als de fiscale winst in een jaar niet meer bedraagt dan € 15.000, kan deze vrijstelling worden toegepast. Komt de fiscale winst wel boven de € 15.000 uit in een jaar? Dan moet gekeken worden of tezamen met de vier voorafgaande jaren de fiscale winst maximaal € 75.000 bedraagt. Het is daarom belangrijk om jaarlijks de winst in de gaten te houden.
Veel kinderopvangorganisaties actief in de peuteropvang bieden ook voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan. Vaak wordt daarvoor een extra subsidie vanuit de gemeente ontvangen waarmee dit wordt bekostigd. Voor- en vroegschoolse educatie is gericht op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. (Toekomstige) basisschoolleerlingen krijgen zo extra aandacht om te voorkomen dat er onderwijsachterstanden ontstaan, met name op het gebied van taal.
Dat VVE fiscaal nog eens een (groot) vraagstuk zou worden, wie had dat gedacht? In de praktijk is bij ons de vraag opgekomen of VVE niet mogelijk kan delen in de onderwijsvrijstelling. Ja, zo was ons antwoord na grondig uitzoekwerk. En ja, zo heeft ook de Belastingdienst geoordeeld in een specifiek geval.
Een fiscaal ingewijde lezer zal zeggen: “Maar de onderwijsvrijstelling geldt toch voor de hele onderwijsinstelling?” Ja, dat ben ik met u eens. Maar toch ook niet helemaal. Er bestaan namelijk twee onderwijsvrijstellingen. Een voor de gehele organisatie en één voor alleen de activiteit “onderwijs”. Die laatste kan naar onze mening in deze situatie worden toegepast. De baten en lasten die zien op VVE-activiteiten zijn voor de heffing van Vpb vrijgesteld. Daarbij gaat het specifiek om die baten en lasten. Een administratieve splitsing is dus wel vereist. Maar – afhankelijk van het resultaat – kan dit een aanzienlijk voordeel opleveren.
Het is echter mogelijk dat het resultaat op de VVE-activiteiten verliesgevend is. Als het verlies wordt vrijgesteld, betekent dat fiscaal een hogere winst. Dat ziet u liever niet. Bij structurele verliezen op de VVE-activiteiten kunt u daarom verzoeken om de vrijstelling niet toe te passen. Dat verzoek dient schriftelijk gedaan te worden voorafgaand aan het eerste jaar waarin u de vrijstelling niet wilt toepassen.
Bent u benieuwd naar de Vpb-plicht van uw kinderopvangorganisatie? Graag komen wij met u in contact.
Govert Meerkerk
Belastingadviseur Van Ree Finance Consultants
gmeerkerk@vanreeacc.nl