17 april 2018

Huisartsen, medisch specialisten en apothekers die als praktijkhouder personeel hebben, zijn dus werkgever. Dat betekent dat zij te maken hebben met de werkkostenregeling. Hierin is geregeld hoe praktijkhouders de kosten kunnen vergoeden die door hun personeel zijn gemaakt. Door weloverwogen keuzes te maken, kunnen deze praktijkhouders geld besparen.

Praktijkhouders met personeel kunnen geld besparen door verstandige keuzes te maken binnen de werkkostenregeling. In deze regeling staat op welke manier praktijkhouders gemaakte kosten door personeel kunnen vergoeden. In dit artikel wordt de werkkostenregeling op hoofdlijnen toegelicht.

Hoofdlijn 1: Vrije ruimte

Een werkgever mag onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan zijn personeel geven tot een bedrag van 1,2% van zijn fiscale loonsom. Denk hierbij aan kerstpakketten, personeelsfeesten (niet op de werkplek), et cetera. Deze 1,2% van de fiscale loonsom wordt de vrije ruimte genoemd. Als het bedrag van de vergoedingen en verstrekkingen aan het personeel op jaarbasis hoger is dan de vrije ruimte, moet de werkgever daarover belasting betalen in de vorm van een eindheffing. De hoogte van deze eindheffing is 80%.

De werkgever dient vooraf kenbaar te maken welke vergoedingen en verstrekkingen ten laste van de vrije ruimte komen; achteraf is dat niet mogelijk.

Let op: voor alle verstrekkingen en vergoedingen geldt de gebruikelijkheidstoets; de werkkostenregeling kan niet gebruikt worden om meer kosten te vergoeden dan 30% van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Het meerdere boven de 30% wordt gezien als loon van de werknemer.

Hoofdlijn 2: Gerichte vrijstellingen

Niet alle vergoedingen en verstrekkingen vallen in de vrije ruimte. Bepaalde vergoedingen en verstrekkingen zijn gericht vrijgesteld. Voorbeelden van gericht vrijgestelde vergoedingen zijn:

  • reiskosten (inclusief woon-werkverkeer) tot een maximum van € 0,19 per kilometer of de abonnementen voor openbaar vervoer;
  • verhuiskosten vanwege werk;
  • maaltijden bij overwerk.

Hoofdlijn 3: Nihil-waarderingen

Sommige verstrekkingen worden op nihil gewaardeerd. Nihil-waarderingen vallen ook niet in de vrije ruimte. Het gaat hierbij om voorzieningen die geheel of gedeeltelijk op de werkplek worden ge- of verbruikt. Voorbeelden hiervan zijn:

  • inrichting van de werkplek;
  • werkkleding die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens het werk te dragen en werkkleding die voorzien is van één of meer logo’s met een oppervlakte van samen minimaal 70 cm² of werkkleding die op het werk achterblijft;
  • consumpties tijdens werktijd die geen deel uitmaken van de maaltijd.

Hoofdlijn 4: Intermediaire kosten

Intermediaire kosten zijn kosten die een personeelslid voorschiet op initiatief of uit hoofde van de werkgever. Voorbeelden hiervan zijn:

  • aanschaf van zaken die tot het vermogen van de werkgever gaan behoren (bijvoorbeeld inventaris, zoals een printer);
  • kosten die worden gemaakt voor zaken die tot het vermogen van de werkgever behoren en aan de werknemer ter beschikking zijn gesteld (bijvoorbeeld brandstofkosten voor de ter beschikking gestelde auto van de zaak);
  • kosten die samenhangen met de bedrijfsvoering van de werkgever (bijvoorbeeld printerpapier).

Afhankelijk van de situatie

Of het voor een praktijkhouder mogelijk is om met de werkkostenregeling te besparen, is afhankelijk van de situatie. Wilt u weten hoe de werkkostenregeling voor u uitpakt? Van Ree HR Consultants kan een Salarisadministratie Quick Scan voor u uitvoeren waarbij ook de toepassing van de werkkostenregeling wordt gescand.

 

Drs. W. (Wout) Penning
HR Consultant
wpenning@vanreehrc.nl