Dat samenwerking kan leiden tot btw-heffing wordt in de praktijk lang niet altijd vooraf onderkend. Sterker nog, in veel gevallen wordt pas achteraf hierover discussie gevoerd met de Belastingdienst. Hoe dit te voorkomen?
Samenwerken is er in allerlei vormen en in alle sectoren. Zo kennen we in het primair onderwijs bijvoorbeeld de Regionale Transfercentra (RTC) en Integrale Kind Centra (IKC). Maar ook in andere sectoren wordt samenwerking vormgegeven door de oprichting van een stichting of vereniging. Een belangrijk doel kan hierbij zijn de centralisatie van bepaalde diensten om daarmee efficiencyvoordeel te behalen.
Let echter op: btw komt dan al snel om de hoek kijken. Brengt bijvoorbeeld een vereniging een vergoeding in rekening haar leden voor door haar verrichtte dienstverlening, dan is btw al snel een feit. Betekent dit dan altijd ook btw-afdracht? Nee, gelukkig niet!
Zowel binnen de Wet Omzetbelasting als daarbuiten kennen we diverse mogelijkheden om btw bij samenwerking te vermijden. De meest gebruikte opties zijn:
Maar let goed op, elke optie heeft zo zijn voor- en nadelen en kent zijn beperkingen. De Belastingdienst past de regels strikt toe, regelmatig ook te strikt. Dat leerde ook de uitspraak van de Hoge Raad op vrijdag 5 juli jl. in de procedure die een onderwijsinstelling voerde omtrent de oprichting van een schoonmaak-bv (ECLI:NL:HR:2019:1112). Terecht concludeerde de Hoge Raad dat in die situatie de vorming van een fiscale eenheid mogelijk bleek. Voor de praktijk een belangrijke uitspraak.
Gaat u een vorm van samenwerking aan? Wees dan alert op mogelijke btw-risico’s en laat u hierover vooraf adviseren. Wellicht vraagt uw situatie om vooroverleg met de belastingdienst of kunnen kleine aanpassingen ertoe leiden dat btw-heffing wordt vermeden. Fiscaliteit hoeft dan weliswaar niet doorslaggevend te zijn maar waarom zou btw betalen als het niet nodig is? Dat liever toch niet!