Nu de lente is aangebroken en de dagen weer ‘langer’ worden, kan zomaar de gedachte boven komen om één of meerdere vakantiedagen te plannen. Medewerkers hebben recht op vakantiedagen die niet onbeperkt ‘houdbaar’ zijn. Eind 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een belangrijke uitspraak gedaan over het vervallen van vakantiedagen.
Iedere medewerker heeft per jaar minimaal recht op vier keer de afgesproken arbeidsduur per week aan wettelijke vakantiedagen. De niet opgenomen wettelijke vakantiedagen vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin deze zijn opgebouwd. Dit betekent dat de in 2018 opgebouwde vakantiedagen vóór 1 juli 2019 opgenomen moeten worden. Doel van deze vervaltermijn is medewerkers te stimuleren tijdig hun vakantiedagen op te nemen. Overigens is het mogelijk schriftelijk overeen te komen de vervaltermijn in het voordeel van de medewerker te verlengen.
Veel medewerkers hebben naast wettelijke vakantiedagen ook recht op bovenwettelijke vakantiedagen. Deze dagen verjaren vijf jaar na afloop van het jaar waarin deze zijn opgebouwd. De in 2018 opgebouwde bovenwettelijke vakantiedagen moeten dus vóór 1 januari 2024 opgenomen worden.
Tot voor kort was het uitgangspunt dat de vervaltermijn van een half jaar niet geldt als de medewerker redelijkerwijs niet in staat is geweest de wettelijke vakantiedagen binnen de vervaltermijn op te nemen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de medewerker volledig arbeidsongeschikt wordt.
Het Hof van Justitie heeft echter in twee arresten uitgesproken dat de vervaltermijn in meer situaties niet van toepassing kan zijn. In de uitspraken van het Hof is bepaald dat de werkgever een vergaande inspanningsverplichting heeft om de medewerker de vakantiedagen op te laten nemen. Als daar niet aan voldaan is, behoudt de medewerker zijn wettelijke vakantiedagen, ook al is de vervaltermijn verstreken. Het Hof beschouwt de medewerker als de zwakkere partij die bescherming nodig heeft. Daarom moet voorkomen worden dat de verantwoordelijkheid voor het opnemen van vakantiedagen volledig bij de medewerker komt te liggen.
Als gevolg van de uitspraken van het Hof dient de werkgever er concreet voor te zorgen dat de medewerker daadwerkelijk de mogelijkheid krijgt om jaarlijks zijn vakantiedagen tijdig op te nemen. Als het nodig is zal de werkgever de medewerker er formeel toe aan moeten zetten de vakantiedagen daadwerkelijk op te nemen. Daarbij zal de werkgever de medewerker concreet en tijdig moeten laten weten dat niet opgenomen vakantiedagen op 1 juli komen te vervallen. Gebeurt dit niet, dan blijft ook na de vervaltermijn het recht op openstaande vakantiedagen van een half jaar bestaan!
Laat uw medewerkers precies en tijdig weten dat de niet opgenomen wettelijke vakantiedagen op 1 juli komen te vervallen.
M.A. (Rien) van de Beek
HR Consultant
rvdbeek@vanreehrc.nl