Werkkostenregeling

Via de werkkostenregeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen aan werknemers geven. De vrije ruimte die werkgevers hebben om deze onbelaste vergoedingen te geven wordt voor de jaren 2020 en 2021 verhoogd van 1,7% naar 3% voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever.

Vaste reiskostenvergoedingen

Voor reiskosten bestaat de mogelijkheid een vaste onbelaste vergoeding af te spreken, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis wat betreft de kosten van vervoer tot een verandering van hun reispatroon. Die verandering kan meebrengen dat een werkgever de vaste reiskostenvergoeding moet aanpassen of geheel of gedeeltelijk tot het loon moet rekenen. Daarom wordt is geregeld dat de werkgever die een vaste reiskostenvergoeding aanbiedt hier nu in deze thuiswerktijden geen gevolgen aan hoeft te verbinden. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van het reispatroon waar de vergoeding al op gebaseerd was. Voorwaarde is dat het vaste vergoedingen betreft die al voor 13 maart 2020 door de werkgever werden toegekend.

Deze regeling vervalt per 1 januari 2022

 

Administratieve verplichtingen loonheffingen

Vanwege de coronacrisis kan het voorkomen dat werkgevers bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen tijdelijk niet goed kunnen nakomen. Als voorbeeld wordt gegeven de identificatieplicht van werknemers. De Belastingdienst neemt een soepel standpunt in en verbindt er geen consequenties aan als de werkgever of werknemer de tekortkoming in de administratieve verplichting voor zover mogelijk herstelt zodra dit kan.

Deze regeling vervalt per 1 oktober 2021

 

Verlaging gebruikelijk loon

De staatssecretaris heeft besloten om vanwege de coronacrisis een tijdelijke goedkeuring te verlenen met betrekking tot de toepassing van het gebruikelijk loon voor DGA’s. Goedgekeurd is dat onder voorwaarden het gebruikelijk loon over 2020 en 2021 wordt bepaald volgens de navolgende berekeningen. Het gaat daarbij om de omzet exclusief de omzetbelasting.

Gebruikelijk loon 2020= A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2020
C = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2019

Gebruikelijk loon 2021 = A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet over heel 2021
C = de omzet over heel 2019

Voor deze goedkeuring gelden de volgende drie voorwaarden:

  1. De rekening-courantschuld of het dividend neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
  2. Als de AB-werknemer feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit bovenstaande berekeningen, geldt dat hogere loon. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een BV voor de AB-werknemer gebruikmaakt van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW). Een eventuele uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) vormt geen genoten loon uit de dienstbetrekking en heeft daarom geen gevolgen voor het gebruikelijk loon.
  3. Deze goedkeuring geldt niet voor zover de omzet in het jaar 2019 of 2020 beïnvloed is door andere bijzondere oorzaken, zoals oprichting, staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.
  4. Voor 2021 geldt ook dat er sprake moet zijn minimaal 30% omzetverlies om van deze regeling gebruik te kunnen maken.

Betrokkenen kunnen deze goedkeuring zonder overleg met de inspecteur toepassen. Desgewenst kunnen betrokkenen in andere gevallen overleggen met de bevoegde inspecteur over de toepassing van de gebruikelijk-loonregeling in hun situatie. Dat geldt ook voor situaties die niet (rechtstreeks) onder deze goedkeuring vallen, maar waar wel knelpunten optreden.

Bij bijzondere situaties passen maatwerkoplossingen. Zo kan bij een verliessituatie van de vennootschap de voornoemde goedkeuring leiden tot een lager gebruikelijk loon. In geval van bijkomende omstandigheden is het mogelijk een (nog) lager gebruikelijk loon vast te stellen.