21 augustus 2023

De renseigneringsverplichting roept met regelmaat nog vragen op. In de praktijk zien wij vaak de vraag voorbij komen om welke betalingen het precies gaat.  Mijn collega Arjan van der Bok heeft hier eerder al eens een blog over geschreven. Recent heeft de Kennisgroep Loonheffingen van de Belastingdienst standpunten gepubliceerd die wellicht nog meer duidelijkheid kunnen scheppen.

Renseignerinsverplichting: hoe zat het ook alweer?

De renseigneringsverplichting houdt in dat u gegevens moet aanleveren bij de Belastingdienst over uitbetaalde bedragen aan derden. Het gaat hierbij om bedragen die zijn uitbetaald aan natuurlijke personen die geen btw-factuur sturen. De goede verstaander had het al door: de regeling lijkt sterkt op de ‘oude’ IB-47. De renseigneringsverplichting vervangt IB-47 ook deels. Nieuw is nu dat er ook daadwerkelijk de plicht geldt om informatie aan te leveren.

Deze regeling dicht zo het ‘gat’ dat bestond tussen de aangifte loonheffingen en btw-aangifte. Met deze regeling heeft de Belastingdienst nog meer zicht op de bedragen die aan natuurlijke personen worden uitbetaald. Aan de andere kant zullen de ontvangers van de bedragen deze als het goed is terug (gaan) zien in hun vooraf ingevulde aangifte.

De renseigneringsverplichting bestaat sinds 1 januari 2022. Echter, pas vanaf 1 januari 2023 is het mogelijk om ook daadwerkelijk betalingen te melden bij de Belastingdienst.

Vragen uit de praktijk

Regelmatig komt de vraag voorbij over de kring van ontvangers waarvoor u moet melden. Andere vragen gaan over welke betalingen onder de regeling vallen.

In het eerste geval komt het voor dat een zelfstandige de KOR toepast. In dat geval wordt geen btw-factuur verstuurd. Dat heeft tot gevolg dat u ook deze betalingen bij de Belastingdienst moet melden.

Vragen uit de tweede categorie zijn ook bij de Belastingdienst terecht gekomen. De Kennisgroep Loonheffingen heeft namelijk recent een standpunt gepubliceerd. De casus ging over patiënten van een tbs-instelling die op therapeutische basis werkzaamheden verrichtten. Hiervoor kregen de patiënten een arbeidsvergoeding. Daarnaast ontvingen de patiënten ook zak- en kleedgeld. De vraag was of deze betalingen gemeld moesten worden.

De kennisgroep heeft het standpunt ingenomen dat alleen de vergoeding voor arbeid gemeld moet worden.  De betalingen van zak- en kleedgeld hoeft de instelling niet te melden, omdat daar geen werkzaamheden of diensten voor zijn verricht.

Wellicht vraagt u zich wel af wat dit standpunt voor uw praktijk betekent, het gaat immers over een specifieke TBS-instelling. Waarom ik dan toch dit standpunt eruit licht? Omdat dit standpunt goed aangeeft dat het bij de renseigneringsverplichting gaat om betalingen voor de vergoeding voor arbeid. Vergoedingen van intermediaire kosten en dergelijke hoeft u dus niet te melden.

Ons advies

De regeling is vrij nieuw. Wij kunnen ons daarom voorstellen dat u meer vragen heeft. Wij hebben ons er met plezier in verdiept. Neem met vragen gerust contact op.

Marijn de Jong
Junior Belastingadviseur
Ook bereikbaar via 0343-415940