Als uw branchespecialist hebben wij op Prinsjesdag 2023 het belastingplan voor u doorgenomen. En dat speciaal met de focus op fiscaliteit en onderwijs. Daarom voor u een extra Prinsjesdag Special.
In het Belastingplan 2024 vallen ons drie zaken op:
Graag gaan wij op deze drie zaken specifiek in.
Het woord “onderwijs” komt slechts één keer voor in het Belastingplan.
Het kabinet Rutte-IV heeft een demissionaire status. En dat is te merken als je het Belastingplan 2024 doorleest. Er is weinig “echt nieuws” te melden. Veel maatregelen waren namelijk al bekend.
Het woord “onderwijs” komt één keer voor. En eerlijk is eerlijk: het gaat over situaties die niet dagelijks binnen de onderwijsbranche spelen. De aanpassing heeft betrekking op situaties waarbij er sprake is van de levering van nieuwbouw. Levering van nieuwbouw is belast met 21% btw. Door de samenloopvrijstelling is/was er geen sprake van overdrachtsbelasting.
De btw op de aanschaf is veelal binnen het onderwijs niet (volledig) aftrekbaar. Het is dus een kostenpost voor de onderwijsinstellingen. Het was door middel van een constructie mogelijk om te regelen dat er überhaupt geen sprake zou zijn van btw of overdrachtsbelasting. Dit was mogelijk door de overdracht van nieuwbouw te regelen via een aandelentransactie.
De wetgever vond dit toch ongewenst. Vanaf 1 januari 2025 zet de wetgever een streep door deze constructie. Dit door de samenloopvrijstelling aan te passen. Vanaf die datum is er in deze situatie 4% overdrachtsbelasting verschuldigd.
Er zijn enkele algemene maatregelen die “breder spelen”
Natuurlijk zijn er wel zaken die breder spelen. Denk bijvoorbeeld aan de werkkostenregeling. Via de WKR kunnen bepaalde vergoedingen en verstrekkingen onbelast worden gedaan aan werknemers op grond van gerichte vrijstellingen. In de WKR worden enkele aanpassingen voorgesteld. Deze zijn als volgt:
Gerichte vrijstelling reiskostenvergoeding
De onbelaste reiskostenvergoeding per gereden kilometer wordt per 1 januari 2024 verhoogd van € 0,21 naar € 0,23.
Verruiming gerichte vrijstelling OV-kaarten en voordeelurenkaarten
Het ter beschikking stellen of vergoeden van een OV-kaart of voordeelurenkaart aan een werknemer kan op basis van een gerichte vrijstelling in de WKR belastingvrij plaatsvinden. In de situatie van het vergoeden van de kosten kan soms echter sprake zijn van belastbaar loon voor de werknemer.
De verruiming beoogt dat, onafhankelijk van de vraag hoe een werkgever een OV-kaart aanbiedt aan de werknemer, met ingang van 2024 privégebruik door de werknemer gericht wordt vrijgesteld. Daarbij geldt als voorwaarde dat de werknemer in enige mate de OV-kaart gebruikt voor zakelijke reizen.
Aanpassing vrije ruimte WKR
Weliswaar reeds als maatregel opgenomen in het Belastingplan 2023 maar wij merken het zekerheidshalve nog op: met ingang van 2024 wordt de eerste schijf van de vrije ruimte in de WKR verlaagd van 3% naar 1,92%.
Er zijn zaken die niet belicht worden, maar waarvan de ontwikkelingen niet stil staan.
Ook in het onderwijs worden er zzp’ers ingehuurd. Het kabinet onderkent dat er voor de onderwijsbranche knelpunten zijn. Daarom zijn er ook gesprekken met de branche.
In het belastingplan 2024 is er weinig aandacht voor het begrip “schijnzelfstandigheid”. Dit terwijl de ontwikkelingen op dit gebied niet stil staan. Denk bijvoorbeeld aan de volgende zaken:
De ontwikkelingen staan dus niet stil. Wij houden dit voor u in de gaten. Wilt u meer weten, neem gerust contact met ons op.
Vanmorgen was er een rondetafelgesprek. Kamerleden stelden vragen aan de Belastingdienst en andere betrokken partijen. Zo verzamelden zij informatie van experts. Het onderwerp van de vragen was de handhaving van
Schijnzelfstandigen, schijn-zzp’ers of nep-zzp’ers. Allemaal namen voor dezelfde groep. Schijnzelfstandig zijn betekent dat iemand een zelfstandige (zzp’er) lijkt, maar het niet is volgens de Belastingdienst. Een verkapt dienstverband dus. Als
Het huidige kabinet heeft de inkomensonafhankelijke (bijna) gratis kinderopvang uitgesteld tot 2027. Vooruitlopend daarop wordt de kinderopvangtoeslag in 2025 en 2026 stapsgewijs verhoogd. Nadat het voorstel eerder in internetconsultatie is