7 april 2021

Binnen de gezondheidszorg is veelal sprake van enige vorm van samenwerking tussen medici onderling. Juist bij praktijkovername of praktijkoverdracht komen persoonlijke, financiële en fiscale aspecten van de samenwerking naar voren. En bepalen een groot deel van het succes.

Als sprake is van toetreden tot een groepspraktijk is allereerst een persoonlijke klik met de toekomstige collega’s van essentieel belang. Ook zal een vertrekkende medicus, die zijn of haar praktijk wil overdragen, een opvolger willen zien die past binnen het cliëntenbestand. Daarom is er vaak een periode van samenwerking, voordat praktijkoverdracht plaats vindt.

Fiscale aspecten samenwerking

Als een medicus voorafgaand aan een praktijkovername in loondienst treedt, zijn de fiscaal-juridische aspecten helder. Vanuit arbeidsrechtelijk perspectief is het toepassen van tijdelijke contracten veelal wenselijk.

Meer aandacht vraagt de samenwerking waarbij niet wordt gekozen voor een dienstverband maar waarin de medicus zich als zelfstandige profileert. Dan is van groot belang dat de arbeidsrelatie met de medicus als zodanig wordt ingericht en contractueel wordt vastgelegd. Duidelijk moet zijn dat op basis van de contractuele bepalingen in de overeenkomst de medicus als zelfstandige optreedt. En partijen derhalve geen arbeidsovereenkomst wensen aan te gaan. Hierdoor wordt zoveel als mogelijk voorkomen dat achteraf met de belastingdienst discussie ontstaat over de mogelijke aanwezigheid van een dienstverband. Dit kan immers leiden tot forse naheffingsaanslagen voor de loonheffingen.

Overeenkomst

Het op zelfstandige basis als medicus werken, veronderstelt dat aan deze samenwerking een deugdelijke overeenkomst van opdracht ten grondslag ligt. In overleg met brancheorganisaties zijn model samenwerkingsovereenkomsten opgesteld waarin de aanwezigheid van een (fictieve) dienstbetrekking is uitgesloten. Van groot belang is voor de praktijk dat partijen ook daadwerkelijk volgens de contractuele bepalingen van de overeenkomst samenwerken.

Uitspraak Hoge Raad

Uit een uitspraak van de civiele kamer van de Hoge Raad in 2020 valt af te leiden dat bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een dienstbetrekking, in beginsel de partijbedoelingen niet langer doorslaggevend van aard zijn. Deze uitspraak leidt in de praktijk tot onduidelijkheid omdat in door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten juist wel stevig wordt ingezet op de intentie van partijen. Het is vooralsnog onduidelijk of en zo ja, welke gevolgen de politiek verbindt aan de uitspraak van de Hoge Raad. Gelet op het feit dat voor de Wet Deregulering Arbeidsrelaties (Wet DBA) tot in ieder geval 1 oktober 2021 een handhavingsmoratorium geldt, is raadzaam dat partijen vooralsnog blijven samenwerken op basis van een door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst.

BTW


Eén van de belangrijke aandachtspunten bij samenwerking met de medicus is de BTW. De vraag komt immers op of diensten van de zelfstandige mediscus zijn onderworpen aan de heffing van btw danwel dat een beroep kan worden gedaan op de btw-vrijstelling voor medische diensten. Het is van belang dat partijen afspraken hieromtrent goed vastleggen in de onderliggende overeenkomst. Hierbij is voor de praktijk van belang het standpunt van de staatssecretaris zoals verwoord in zijn brief met kenmerk DGB/2014/3652U. De staatssecretaris onderkent namelijk dat ZZP-ers die op grond van een overeenkomst van opdracht gezondheidskundige diensten verrichten, de vrijstelling voor medische diensten deelachtig worden als de door hen verrichtte dienstenvallen binnen de werkzaamheden als individuele Wet BIG-beroepsbeoefenaar óf naar hun aard een wezenlijk, inherent en onafscheidbaar deel vormen van de aangeboden vrijgestelde medische verzorging.

Financiële aspecten, waarde van de praktijk

Bij toe- en uittreden tot een groepspraktijk zal de uittreder een vergoeding vragen voor zijn aandeel in de waarde van praktijkpand en de inventaris. Een taxatierapport van de waarde van eventuele eigen onroerende zaken is daarbij onmisbaar. Van belang daarbij is na te gaan of de huurvoorwaarde marktconform zijn. Bij praktijkoverdracht dragen partijen toekomstig inkomen over; na toetreding heeft de toetreder recht op een inkomen, wat hij of zij voor toetreden niet had. En als dit verwachte, toekomstige inkomen hoger is dan een passende vergoeding voor arbeid en ondernemersrisico, kan sprake zijn van een meerwaarde, ook wel goodwill genoemd. Bij een praktijkovername is het bij medisch specialisten, tandartsen en dierenartsen gebruikelijk om goodwill te betalen. Maar ook bij huisartsen wordt steeds meer een goodwill bedongen bij een praktijkovername. Het is van belang dat de medicus zich bij bepalen van de hoogte van deze goodwill door een waarderingsdeskundige laten adviseren.

Meer weten?

Onze kerngroep medici is u graag van dienst rondom uw praktijkovername of praktijkoverdracht. Wij zijn uw sparringpartner en adviseur op het gebied van financiën. En op het gebied van bedrijfsvoering in bredere zin. Neem gerust contact met ons op om hierover door te praten.

Mr. W. (Wim) van Vliet RB RV
Corporate Finance Adviseur
wvvliet@vanreeacc.nl

 

H. (Henri) Verhoef AA
Relatiebeheerder branchegroep medici
hverhoef@vanreeacc.nl

Meer nieuwsitems