23 oktober 2024

Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst weer actief handhaven tegen schijnzelfstandigheid. De periode van aanwijzingen geven is voorbij. Dit heeft ook gevolgen voor zorgorganisaties. Want zorgorganisaties worden niet ontzien, ondanks alle uitdagingen waar zorgorganisaties mee te maken hebben.

Wij hebben voor u als zorgorganisatie onder elkaar gezet wat handhaving voor u betekent. En hoe u een zorgprofessional op de juiste manier inzet. Zo voorkomt u ongewenste gevolgen.

Belastingdienst onderneemt actie bij schijnzelfstandigheid

Vanaf 2025 handhaaft de Belastingdienst weer actief in situaties waarbij sprake is van schijnzelfstandigheid. Er komt dus een einde aan het ‘handhavingsmoratorium’. Dit betekent dat de Belastingdienst niet alleen bij kwaadwillendheid naheffingsaanslagen en boetes oplegt. Ook in andere gevallen gaat de Belastingdienst naheffingsaanslagen en mogelijk boetes opleggen. Het is daarom belangrijk dat u de zorgprofessional die u inhuurt in beeld heeft en controleert of de arbeidsverhouding op de juiste manier is ingericht.

Fiscale gevolgen voor u als ‘werkgever’

Als een zorgprofessional een werknemer blijkt te zijn, dan heeft dit voor u als werkgever fiscale gevolgen:

  • Naheffing van mogelijk achterstallige loonbelasting
  • Naheffing van premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw

De naheffingsaanslagen kunnen met terugwerkende kracht worden opgelegd. Dit kan maximaal terug tot 1 januari 2025. Het gaat niet verder terug, want vanaf dat moment is de handhaving gestart.

U kunt, als u dat contractueel heeft vastgelegd, de loonbelasting verhalen op de zorgprofessional. Weest u zich ervan bewust dat de Belastingdienst niet twee keer hetzelfde inkomen mag belasten. Als de zorgprofessional zelf al inkomstenbelasting over datzelfde inkomen heeft betaald, mag de Belastingdienst dit niet nog een keer in de heffing betrekken. Op dit punt kan het lonen om samen met de zorgprofessional op te trekken richting de Belastingdienst.

De premies werknemersverzekeringen en werkgeversheffing Zvw mag u niet op de zorgprofessional verhalen. Ook niet als u dat contractueel heeft vastgelegd. Zulke contractuele bepalingen zijn namelijk ongeldig.

Arbeidsrechtelijke gevolgen

Een zorgprofessional kan via de rechter alle rechten opeisen die werknemers ook hebben. Als de rechter een arbeidsrelatie bevestigt, kunt u te maken krijgen met de volgende kostenposten:

  • Doorbetaling bij ziekte en vakantiedagen
  • Vakantietoeslag en eindejaarsuitkering op grond van de cao
  • Werkgeversdeel van de pensioenpremie

De gevolgen in cijfers

U moet de financiële gevolgen niet onderschatten. Deze kunnen hoog oplopen. Bij ons is een voorbeeld bekend dat een zzp’er die 28 uur per week voor € 45 per uur werkt, bijna € 90.000 extra kost als diegene een werknemer blijkt te zijn. Hierin zitten de volgende posten: loonbelasting, premies werknemersverzekeringen, verlof, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en werkgeversdeel pensioenpremie.

Hoe beoordeelt u schijnzelfstandigheid?

Bij de handhaving gebruikt de Belastingdienst de huidige wet- en regelgeving. Dit betekent dat de criteria uit het Deliveroo-arrest hier een grote rol bij spelen. De criteria uit het Deliveroo-arrest zijn ook opgenomen in het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR). Dit wetsvoorstel ligt nu nog bij de Raad van State. Dit neemt niet weg dat het toetsingskader uit dit wetsvoorstel nu al helpt bij het vaststellen van schijnzelfstandigheid.

Het toetsingskader van de VBAR kijkt allereerst of er sprake is van een werknemer. Elementen die hierbij een rol spelen zijn:

  1. Krijgt de werkende aanwijzingen en instructies die hij moet opvolgen?
  2. Wordt zijn werk gecontroleerd?
  3. Is het werk organisatorisch ingebed in de organisatie van de werkgevende?
  4. Is het werk structureel van karakter binnen de zorgorganisatie?
  5. Wordt het werk zij-aan-zij verricht met werknemers?

Er kunnen daarnaast aanwijzingen zijn voor zelfstandigheid:

  1. Werkt de betreffende persoon voor eigen rekening en risico?
  2. Gebruikt diegene eigen gereedschap en materiaal?
  3. Bezit de werkende over een specifieke expertise?
  4. Is er sprake van een korte duur?
  5. Treedt de werkende tijdens het werk als zelfstandige naar buiten?

Zijn de aanwijzingen voor werknemerschap en zelfstandigheid aan elkaar gelijk? Dan pas wordt er gekeken of de zelfstandige ook ondernemer is. Elementen hierbij zijn:

  1. Gedraagt de werkende zich administratief ook als zelfstandige?
  2. Heeft diegene meerdere opdrachtgevers per jaar?
  3. Doet diegene ook investeringen?
  4. Besteedt de werkende aandacht aan het verkrijgen van reputatie en het vinden van nieuwe opdrachtgevers?

Verder geldt het rechtsvermoeden dat bij een uurvergoeding van € 33 er sprake is van werknemerschap.

ZIPconomy heeft dit toetsingskader mooi inzichtelijk gemaakt in een stroomschema. Dit stroomschema helpt u bij de beoordeling van schijnzelfstandigheid.

Beoordeling per geval

Onze ervaring is dat die beoordeling lastig is, maar niet onmogelijk. Per opdracht moet u het geheel aan feiten beoordelen, afwegen en in onderlinge samenhang beoordelen.

Dat beoordeling van geval tot geval aan de orde is blijkt uit een recente uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de volgende omstandigheden speelden:

  • Een zzp’er verrichte voor een langere periode werkzaamheden voor € 24,50
  • Deze werkzaamheden werden ook door werknemers verricht
  • Er werden instructies gegeven en het werk werd gecontroleerd
  • De zzp’er droeg bedrijfskleding
  • De zzp’er had maar één opdrachtgever

Als u dit leest, zou u verwachten dat er sprake is van een dienstbetrekking, dus van schijnzelfstandigheid. Toch oordeelde de rechter dat het een zzp’er was. Dit kwam doordat de zzp’er keuzevrijheid had bij het aannemen van werk. Hij kon zijn beschikbaarheid doorgeven en het voorgestelde werk accepteren. Ook had hij de mogelijkheid om tot 72 uur van tevoren de werkzaamheden te annuleren. Daarnaast had hij zich altijd als ondernemer opgesteld door facturen te sturen.

Deze uitspraak laat zien hoe lastig de beoordeling is.

Advies om schijnzelfstandigheid te voorkomen

Ondanks dat het niet makkelijk is, willen wij u een aantal praktische tips meegeven. Dit helpt u veelvoorkomende valkuilen voorkomen:

  1. Beoordeel per opdracht of er sprake is van een dienstbetrekking. Het feit dat een zorgprofessional meerdere opdrachtgevers heeft, wil niets zeggen over de arbeidsrechtelijke positie die de zorgprofessional bij u heeft. U kunt hierbij gebruik maken van het stroomschema.
  2. Zorg ervoor dat de modelovereenkomst die u gebruikt geldig is. Dit kun u eenvoudig controleren in het Register overeenkomsten DBA. Hier staat een overzicht van modelovereenkomsten die de Belastingdienst heeft goedgekeurd.
  3. De Belastingdienst keurt geen nieuwe modelovereenkomsten meer goed. De huidige modelovereenkomsten blijven gedurende de looptijd nog wel van kracht.
  4. Zorg ervoor dat wat er in de modelovereenkomst staat, ook in de praktijk zo wordt uitgevoerd. Het niet naleven van een modelovereenkomst kan leiden tot schijnzelfstandigheid.
  5. De overheid heeft een online Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie. Dat is een vragenlijst die u kunt invullen. De uitkomst geeft u een indicatie hoe de Belastingdienst tegen de arbeidsrelatie aankijkt. Dit kan u helpen met het op de juiste manier vormgeven van de arbeidsrelatie.
  6. Een zorgprofessional kan een machtspositie hebben, doordat diegene anders gewoon niet komt. Als dit zo is, leg dit dan vast in de considerans van de overeenkomst van opdracht. Zo kan die zorgprofessional achteraf minder makkelijk arbeidsrechtelijke aanspraken maken door te stellen dat hij eigenlijk werknemer wilde zijn.
  7. Uiteindelijk is het geheel van feiten en omstandigheden belangrijk. Deze moet u allemaal bij elkaar nemen. Vervolgens kunt u oordelen of het geheel leidt tot een dienstbetrekking of niet.
  8. Raadpleeg het Fiscaal Kompas ZZP Zorg voor ondersteuning bij het beoordelen van de arbeidsrelatie met een zorgprofessional. Let op: dit kompas is niet door de Belastingdienst goedgekeurd. Het dient als hulpmiddel.
  9. Het jaar 2025 wordt een De Belastingdienst handhaaft dan wel, maar legt in dat jaar geen vergrijpboete op.

Zet uw organisatie zorgprofessionals in? Dan raden wij aan om de inhoud van de overeenkomsten van opdracht opnieuw te beoordelen. Als dat nodig is, dan kunt u de overeenkomsten aanpassen en de arbeidsrelatie op de juiste manier vastleggen. Wij helpen u graag bij het beoordelen van uw overeenkomsten van opdracht.

Meer nieuwsitems