12 november 2024

In de kinderopvang werken naar schatting 10.000 zzp’ers op een totaal van 130.000 medewerkers. Kunt u als kinderopvangorganisatie nog zzp’ers inhuren? Ja, dat kan in bepaalde gevallen nog steeds. Maar u moet het wel op de juiste manier doen. Soms is de conclusie dat inhuren van een zzp’er niet kan. Wij leggen u uit waar u op moet letten als u een zzp’er inhuurt.

Handhaving in het kort

Vanaf 2025 handhaaft de Belastingdienst in situaties waarbij sprake is van ‘schijnzelfstandigheid’. Dat is een situatie waarin de zzp’er in de ogen van de Belastingdienst eigenlijk gewoon een werknemer is.

Onrust bij kinderopvangorganisaties

Sinds bekend is dat de Belastingdienst gaat handhaven is er onder andere bij kinderopvangorganisaties veel onrust. ZiPconomy heeft deze onrust inzichtelijk gemaakt. Uit hun onderzoek blijkt, dat kinderopvangorganisaties liever niet meer met zzp’ers werken. Ze vinden het risico van schijnzelfstandigheid te hoog. Ook zien ze weinig ruimte om de opdrachten geschikt te maken voor zzp’ers. Naar onze mening is die onrust in de kinderopvang terecht. Bewustzijn dat de kinderopvang onder een vergrootglas ligt, is belangrijk. Een kinderopvangorganisatie moet daarom goed afwegen welke inhuur wel kan en welke inhuur niet kan.

Tegelijkertijd blijft de krapte op de arbeidsmarkt. Daarom moet u nadenken hoe u als kinderopvang omgaat met deze onrust. Wij willen u helpen bij uw keuze.

Fiscale gevolgen van inhuur van zzp’ers

Als een zzp’er een werknemer blijkt te zijn, dan wordt u gezien als werkgever. Dit heeft voor u als kinderopvangorganisatie de volgende fiscale gevolgen:

  • Naheffing van mogelijk achterstallige loonbelasting
  • Naheffing van premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw

De naheffingsaanslagen kunnen met terugwerkende kracht worden opgelegd. Deze terugwerkende kracht is maximaal tot 1 januari 2025.

U kunt, als u dat contractueel heeft vastgelegd, de loonbelasting verhalen op de zzp’er.

Tip: de Belastingdienst mag niet twee keer hetzelfde inkomen belasten. Als de zzp’er zelf al inkomstenbelasting over dat inkomen heeft betaald, mag de Belastingdienst dit inkomen niet nog een keer in de heffing betrekken. Het loont om op dit punt samen met de zzp’er op te trekken richting de Belastingdienst.

De premies werknemersverzekeringen en werkgeversheffing Zvw mag u niet op de zzp’er verhalen. Ook niet als u dat contractueel heeft vastgelegd. Zulke contractuele bepalingen zijn namelijk ongeldig.

Arbeidsrechtelijke gevolgen

Een zzp’er kan via de rechter alle rechten opeisen die werknemers ook hebben. Als de kantonrechter bevestigt dat de zzp’er eigenlijk in loondienst is, kunt u als kinderopvangorganisatie bijvoorbeeld te maken krijgen met de volgende kostenposten:

  • Doorbetaling bij ziekte en vakantiedagen
  • Vakantietoeslag en eindejaarsuitkering op grond van de cao
  • Werkgeversdeel van de pensioenpremie.

Onderschat de financiële gevolgen niet, deze kunnen hoog oplopen. Bij een zzp’er die 28 uur per week voor € 45 per uur werkt kan dit oplopen tot tienduizenden euro’s als diegene een werknemer blijkt te zijn.

Hoe beoordeelt u schijnzelfstandigheid?

Voor het beoordelen of een zzp’er een echte zzp’er is, maakt u gebruik van de criteria uit het Deliveroo-arrest:

  1. De aard en duur van de werkzaamheden;
  2. De manier waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
  3. De mate waarin de werkzaamheden en de opdrachtnemer zijn ingebed in de organisatie van de opdrachtgever;
  4. De verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren;
  5. De manier waarop de afspraken tot stand zijn gekomen;
  6. De manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald;
  7. De hoogte van de beloning;
  8. De mate waarin de zzp’er commercieel risico loopt;
  9. De mate waarin de zzp’er zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen.

De Belastingdienst heeft recent een Toelichting  Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Als u deze toelichting gebruikt bij het beoordelen van een zzp’er in uw kinderopvang, dan lijkt de inhuur van de zzp’ers in veel situaties niet meer mogelijk. Denk aan het voorbeeld van het inhuren van een pedagogisch medewerker. Deze pedagogisch medewerker werkt structureel zij-aan-zij met werknemers en moet instructies opvolgen. In deze situatie moet er een goed verhaal zijn om als zzp’er ingezet te kunnen worden. En als kinderopvangorganisatie moet u niet vergeten dat de Belastingdienst bij u zal naheffen en niet bij de zzp’er.

Voor de inzet van een pedagogisch medewerker met specifieke kennis en expertise kan de conclusie wellicht anders zijn. Daarbij kunt u denken aan een pedagogisch medewerker die geschoold is om kinderen met een VVE-indicatie te begeleiden. Als u zo’n medewerker niet binnen uw organisatie heeft, dan duidt dit meer op een echte zzp’er.

De beoordeling of een zzp’er niet in loondienst is, blijft maatwerk. Daarom is ons advies geen overhaaste conclusies te trekken. Alle omstandigheden van het geval moeten worden meegenomen in de beoordeling. Laat u daarover goed adviseren!

Tips om schijnzelfstandigheid te voorkomen

Praktische tips kunnen u helpen om valkuilen te voorkómen:

  1. Beoordeel per opdracht of er sprake is van een dienstbetrekking. Het feit dat een zzp’er meerdere opdrachtgevers heeft, wil niets zeggen over de arbeidsrechtelijke positie die de zzp’er bij u heeft. U kunt hierbij gebruik maken van een stroomschema.
  2. Zorg ervoor dat de modelovereenkomst die u gebruikt geldig is. Dit kun u eenvoudig controleren in het online Register overeenkomsten DBA. Hier staat een overzicht van modelovereenkomsten die de Belastingdienst heeft goedgekeurd.
  3. De Belastingdienst keurt geen nieuwe modelovereenkomsten meer goed. De huidige modelovereenkomsten blijven gedurende de looptijd nog wel van kracht.
  4. Zorg ervoor dat wat er in de modelovereenkomst staat, ook in de praktijk zo wordt uitgevoerd. Het niet naleven van een modelovereenkomst kan leiden tot schijnzelfstandigheid.
  5. De overheid heeft een online Webmodule Beoordeling Arbeidsrelaties. Dat is een vragenlijst die u kunt invullen. De uitkomst geeft u een indicatie hoe de Belastingdienst tegen de arbeidsrelatie aankijkt. Dit kan u helpen met het op de juiste manier vormgeven van de arbeidsrelatie.
  6. Vaak heeft een zzp’er een machtspositie, doordat diegene anders gewoon niet komt. Als dit zo is, leg dit dan vast in de considerans van de overeenkomst van opdracht. Zo kan die zzp’er achteraf minder makkelijk arbeidsrechtelijke aanspraken maken door te stellen dat hij eigenlijk werknemer wilde zijn.
  7. Uiteindelijk is het geheel van feiten en omstandigheden belangrijk. Deze moet u allemaal bij elkaar nemen. Vervolgens beoordeelt u of het geheel leidt tot een dienstbetrekking of niet.
  8. Het jaar 2025 wordt een overgangsjaar. De Belastingdienst handhaaft dan wel, maar legt in dat jaar geen vergrijpboete op.

Ons advies voor uw kinderopvang

Huurt uw kinderopvangorganisatie zzp’ers in en wilt u dat graag blijven doen? Dan raden wij aan om de inhoud van de overeenkomsten van opdracht opnieuw te beoordelen. Als dat nodig is, dan kunt u de overeenkomsten aanpassen en de arbeidsrelatie op de juiste manier vastleggen. Wij helpen u graag bij het beoordelen van de overeenkomsten van opdracht. Hierbij kijken we samen naar de werkzaamheden die de zzp’er voor u verricht. En hoe we dat zo goed mogelijk kunnen vastleggen in een overeenkomst van opdracht. Zo proberen we met elkaar het risico op financiële gevolgen te beperken. Neem gerust contact met ons op.

 

 

 

 

Meer nieuwsitems