28 december 2022

Integraal Personeelsbeleid is één van de meest belangrijke strategische portefeuilles in het onderwijs. Het gebeurt nogal eens, dat een onderwijsbestuurder tot de ontdekking komt, dat er weliswaar personeelsbeleid wordt gevoerd, maar niet in alle gevallen “strategisch” personeelsbeleid en dat ook niet in alle gevallen “Integraal Personeelsbeleid” kan worden genoemd, omdat het strategische of het integrale element ontbreekt.

Strategisch personeelsbeleid als concept voor realisatie van strategische doelstellingen

Strategisch personeelsbeleid geeft een antwoord op de (verwachte) externe en interne ontwikkelingen van een organisatie. Het is een belangrijk onderdeel van het totale strategische beleid van een schoolorganisatie. Het biedt enerzijds de randvoorwaarden om personeel te boeien en te binden aan de organisatie, en anderzijds is het een instrument om het personeel te laten bijdragen aan de realisatie van de organisatiedoelstellingen. Er is dus een wederkerigheidsrelatie tussen de organisatie en het personeel. Uitgangspunt is dat het Strategische personeelsbeleid aansluit bij de missie, de visie, de kernwaarden en de strategische doelstellingen van de organisatie. Daarbij komt dat Strategisch personeelsbeleid een belangrijk concept is voor de duurzame inzetbaarheid van de werknemers.

Door middel van het Integraal en Strategisch personeelsbeleid worden de strategische organisatiedoelstellingen verbonden aan de persoonlijke ontwikkelingsdoelen van het onderwijzend en het onderwijsondersteunend personeel en dus ook aan het persoonlijk Ontwikkelplan van de leerkrachten. Als het Integraal en Strategisch personeelsbeleid op een goede wijze gestalte krijgt, ontstaat er “een lerende organisatie” met een professionele kwaliteitscultuur waarbij leerkrachten worden uitgedaagd om het beste van zichzelf te geven.

Strategisch personeelsbeleid als planmatig en cyclisch proces van ontwikkeling

Onderwijskundig leiderschap, Integraal personeelsbeleid en kwaliteitsbeleid zijn belangrijke katalysatoren voor de realisatie van goede onderwijsontwikkelingen, goede onderwijsopbrengsten en goede organisatieresultaten. Als de strategische organisatiedoelstellingen worden verbonden aan de professionele ontwikkeling van het personeel, ontstaat er een planmatig en cyclisch proces van organisatieontwikkeling, maar ook van personeelsontwikkeling, en afgeleid daarvan ook van de ontwikkeling van de leerlingen. Het kernproces op school is leren en ontwikkelen. Het Integrale personeelsbeleid vormt een verbindende schakel tussen al deze niveaus waarop wordt geleerd en ontwikkeld, en waarop er levende kwaliteitscultuur merkbaar en meetbaar aanwezig is, en waar dus een aantrekkelijk leer- en leefklimaat is voor leerlingen en personeel.

Het Integrale personeelsbeleid is een afgeleide van de missie (reden van bestaan/ kernopdracht), de visie en het Strategisch beleidsplan van de school. Daarbij komt, dat eigentijds personeelsbeleid belangrijker is dan ooit om een aantrekkelijke werkgever te zijn (en te blijven. Een aantal actuele strategische HR-thema worden ook meegenomen bij de totstandkoming van het Integraal Personeelsbeleid van de school, zoals duurzame inzetbaarheid, mobiliteit, vitaliteit, etc.

Strategisch personeelsbeleid als prioritair maatschappelijk thema

Als het goed is, is elke onderwijsbestuurder intrinsiek gemotiveerd om goed werkgeverschap en goed personeelsbeleid te voeren, met hart voor de leerlingen en voor het personeel. Een externe prikkel moet dan ook onnodig zijn om Strategisch personeelsbeleid te ontwikkelen. Toch heeft (toenmalig) Minister Slob per brief van 11 november 2021 opnieuw aan de besturen voor het Primair Onderwijs gemeld, dat “Strategisch personeelsbeleid” door hem is aangewezen alsmaatschappelijk thema”, waarop de schoolbesturen zich dienen te verantwoorden voor het verslagjaar 2021. Net als in 2019 en 2020.

Als toelichting noemdeMinister Slob: “De kwaliteit van het personeel is cruciaal voor de kwaliteit van onderwijs en een goede verbinding van het personeelsbeleid met de opgaven waar de scholen voor staan is van grote meerwaarde. Daarom ligt het voor de hand om het onderwerp strategisch personeelsbeleid te kiezen als prioritair thema waarover besturen zich verantwoorden. Uit recent onderzoek blijkt ook dat verdere versterking nog mogelijk is. Een gedegen verantwoording kan helpen om het goede gesprek te (blijven) voeren. Ik vraag u in het bestuursverslag een toelichting te schrijven op hoe het personeelsbeleid is afgestemd op de onderwijskundige visie en de opgaven waar de scholen voor staan. Daarnaast vraag ik u om een specifieke toelichting op de wijze waarop het personeelsbeleid wordt geïmplementeerd, gemonitord en geëvalueerd, inclusief de wijze waarop het bestuur de dialoog over het strategisch personeelsbeleid met leraren en schoolleiders heeft ingericht”.

Richting en inrichting van Integraal personeelsbeleid

Het concept van Integraal personeelsbeleid geeft richting en inrichting aan het personeelsbeleid, van onboarding tot en met de exit. Een belangrijk actueel thema is onder andere het ontwikkelen van startbekwaam naar basisbekwaam personeel, maar ook het ontwikkelen van basisbekwaam naar vakbekwaam personeel. Het voeren van stay interviews is hierbij belangrijk: om helder te maken waarom het personeel bij de organisatie blijft werken, wat persoonlijke drijfveren zijn, wat energie geeft, etc.

Integraal personeelsbeleid als “must have” voor elke organisatie

Integraal en Strategisch Personeelsbeleid is een “must have” voor elke organisatie die bewust wil omgaan met eigentijds personeelsbeleid, met goede personele randvoorwaarden, met heldere verwachtingen over de bijdrage van het personeel aan de realisatie van de doelstellingen van de organisatie, aan tevreden belanghebbenden en aan het onderscheidende vermogen van de organisatie! In het Integraal Personeelsbeleid staan:

  • de meest actuele HR-trends verwerkt, zoals hybride werken, krappe arbeidsmarkt en digitalisering HR-processen;
  • de meest actuele HR-thema’s verwerkt, zoals duurzame inzetbaarheid, Strategische personeelsplanning (SPP) om te anticiperen op schaarste, ontgroening en vergrijzing, Werving & selectie, goed werkgeverschap, werkgeluk en wet- en regelgeving;
  • de meest belangrijke HR-instrumenten verwerkt, zoals een professionele cultuur, stimuleren van ontwikkelbereidheid, stimuleren van duurzame inzetbaarheid, stimuleren van vitaliteit, stimuleren van mobiliteit, een aantrekkelijk werkgever zijn, een scenariomodel met toekomstscenario’s voor formatieramingen en personeelsbehoefte, een rekenmodel voor Strategische personeelsplanning (SPP), een vlootschouw, competentiemanagement, een competentiescan, loopbaanontwikkeling, het meerjaren-formatie(-beleids-)plan.

Randvoorwaarden voor Integraal en Strategisch Personeelsbeleid 

Een aantal randvoorwaarden voor Integraal en Strategisch personeelsbeleid zijn:

  1. De bewustheid bij het bestuur over het belang om de strategische koers (richting) van de organisatie te verbinden met de ontwikkeling van de “dragers” van die strategische koers en de actoren van de strategische doelstellingen van de organisatie (inrichting en verrichting);
  2. De ambitie en het streven om een transitie door te voeren van informeel naar formeel personeelsbeleid en van incidenteel naar strategisch personeelsbeleid met een planmatig en cyclisch karakter (PDCA);
  3. Bewustheid van het bestuur om goed werkgeverschap in te vullen met Integraal en Strategisch personeelsbeleid;
  4. De bewustheid van het bestuur om eigentijds en toekomstgericht HR-beleid te introduceren, zoals duurzame inzetbaarheid, vitaliteit, mobiliteit, levensfase gericht personeelsbeleid, etc.;
  5. Het personeel te zien als de belangrijkste waarde in de organisatie, en niet als kostenpost;
  6. Een professionele cultuur te introduceren en/ of te bevorderen dat er een lerende organisatie ontstaat, bijvoorbeeld met professionele leergemeenschappen;
  7. Faciliteren dat het personeel zich professioneel ontwikkeld van start- naar basisbekwaam en van basisbekwaam naar vakbekwaam;
  8. Introduceren van een strategische langetermijn HR-agenda te introduceren, met Strategische personeelsplanning (SPP), waarbij een inventarisatie is gedaan van de kwantiteit en de kwaliteit en het ontwikkelpotentieel van het huidige personeelsbestand en een aantal strategische toekomstscenario’s om het personeelsbeleid gestalte te geven.

 Integraal Personeelsbeleid

Als definitie van Integraal Personeelsbeleid (IPB) hanteren wij: “het planmatig en cyclisch verbinden van de strategische koers met de ontwikkeling van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers op school. Deze verbinding is ingebed in de strategische doelstellingen, de professionele cultuur en de bekwaamheidsontwikkeling van ons personeel. Hierbij wordt professioneel gebruikgemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen die gericht zijn op de ontwikkeling van individuele medewerkers.”

Integraal personeelsbeleid is de afstemming van de competenties van de personeelsleden met de strategische doelen van de school (en andersom). Onder die competenties vallen kennis, houding en vaardigheden. De strategische doelstellingen van de school zijn dus het kader voor het personeelsbeleid. Het persoonlijk ontwikkelingsplan van de medewerkers speelt hierin ook een rol.

Integraal personeelsbeleid is onderdeel van strategisch personeelsbeleid als de verwachte resultaten bijdragen aan de strategische doelstellingen en ambitie van de organisatie. Het effectief benutten van de kwaliteiten heeft een positief effect op het onderwijskundig proces en draagt zo bij aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs.

Het betekent in elk geval dat:

  1. IPB een zaak is van het bestuur, leidinggevenden en medewerkers;
  2. De school een succesvolle organisatie wil zijn die door middel van IPB uitdagingen en ontwikkelingskansen biedt aan de medewerkers en waarin gestreefd wordt naar een evenwichtige afstemming tussen de behoeftes en eisen van de organisatie en de behoeftes en wensen van de individuele medewerker;
  3. IPB alle fases van het personeelsbeleid betreft: van de onboarding tot en met de exit;
  4. Er effectief personeelsbeleid wordt gevoerd in de aanname, training, opleiding en ontwikkeling van het personeel, evenals het realiseren van een gezonde, veilige en boeiende werkomgeving voor de medewerkers;
  5. IPB de doelen van de school verbindt met de (bekwaamheids-)ontwikkeling van het individuele personeelslid;
  6. Personeelsmanagementinstrumenten gericht zijn op personeelsbeheer en – zorg;
  7. Verschillende betrokkenen (medewerker, Afdeling P&O, directie, bestuur en Raad van Toezicht) ieder vanuit hun verantwoordelijkheid en met voldoende vaardigheden een bijdrage leveren aan het realiseren van het personeelsbeleid:
  • Medewerkers dragen de verantwoordelijkheid voor hun eigen loopbaan, hun professionele (bekwaamheids-)ontwikkeling en voor hun bijdrage aan het realiseren van de doelen van de school;
  • Afdeling P&O draagt zorg voor het opstellen van het beleid, begeleiding bij de implementatie, evaluatie en bijstelling daarvan, signaleert de voortgang van het personeelsbeleid en adviseert het bestuur;
  • De verantwoordelijkheid van de directie is om het IPB uit te voeren en zich te verantwoorden over de correcte uitvoering van het IPB beleid, zorg te dragen voor een open (lerende) cultuur en een professionele attitude om medewerkers te coachen, uit te dagen, te stimuleren en te motiveren, maar ook om te faciliteren dat medewerkers zich in de gewenste richting ontwikkelen;
  • De verantwoordelijkheid van het bestuur is om de goede randvoorwaarden neer te zetten voor IPB en de realisatie te monitoren;
  • De Raad van Toezicht (RvT) oefent toezicht uit, waarbij “onderwerpen van toezicht” onder andere de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van de organisatiestrategie zijn, maar ook de resultaten die de organisatie realiseert en het functioneren en handelen van de bestuurder. Onderdeel van de organisatiestrategie is (dus) ook het Integraal en Strategisch Personeelsbeleid;
  • De wisselwerking tussen ‘top-down’ en ‘bottom-up’ is een van de kenmerken van IPB. De afstemming met de medewerkers betekent dus tweerichtingsverkeer. Integraliteit stelt eisen aan de attitude van alle betrokkenen. Het vereist een open houding en de durf om te beginnen en te experimenteren. Een ‘waarom-niet’ houding in plaats van een ja- maar’ houding. Fouten maken of het constateren van onvolkomenheden, zijn meer aanleiding tot individuele en collectieve reflectie en leermomenten dan een ‘afrekenmoment’.

Samengevat: integraal personeelsbeleid

  • is doelgericht, samenhangend, resultaat- en vooral toekomstgericht;
  • levert de instrumenten op die gericht zijn op wat organisatie en medewerkers nodig hebben om beleid te kunnen uitvoeren;
  • zorgt dat de wijze waarop de medewerkers competenties ontwikkelen, past bij de doelen die de organisatie zich stelt.

Personeelsmanagement

Door uitdagingen als bezuinigingen, terugloop van leerlingen, kwantitatieve en kwalitatieve personeelstekorten en vergrijzing, is er aandacht voor het sturen op en managen van personeel door inzet van instrumenten en opstellen van beleid. Een krappe begroting stimuleert de creativiteit in het vinden van oplossingen. De langere termijn is belangrijker en wordt beter in beeld gebracht en geanalyseerd. Instrumenten en beleid worden gericht ingezet. Deze ontwikkelen worden aangeduid als “personeelsmanagement”. Personeelsmanagement betekent het sturen op kwantitatieve- en kwalitatieve doelstellingen op personeelsvlak door gerichte inzet van instrumenten en beleid. Door het gericht en geïntegreerd uitzetten van instrumenten geeft personeelsmanagement schoolbesturen meer gewenst resultaat, zoals bij het  beloningsbeleid, het meerjarig (Bestuurs-)formatieplan, competentiemanagement, Functieboek, Functiemix; gesprekkencyclus, Leeftijdsbewust personeelsbeleid, Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP = een plan waarin staat hoe een werknemer zich verder gaat ontwikkelen in zijn of haar huidige functie of met het oog op een toekomstige functie), professionaliseringsbeleid, verzuimbeleid, werkkostenregeling, werkverdelingsplan.

Bekwaamheidsontwikkeling van leerkrachten

Leerkrachten moeten voldoen aan eisen voor bekwaamheid. De school moet kunnen laten zien dat haar leraren aan deze zogenoemde bekwaamheidseisen voldoen. Sinds 1 augustus 2017 gelden nieuwe wettelijke bekwaamheidseisen in het onderwijs. Ze gelden voor alle leraren en docenten in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Ze beschrijven wat leraren minimaal moeten weten en kunnen. Deze eisen zijn opgesteld door lerarencommissies en beschrijven wat er nodig is om leraar te zijn. De bekwaamheidseisen dienen als ijkpunten voor opleiding en bekwaamheidsonderhoud van leraren.

De nieuwe bekwaamheidseisen vervangen de eisen van de Wet op de beroepen in het onderwijs (de wet BIO) uit het jaar 2006. Er is een inhoudelijke verbeterslag gemaakt, waardoor de bekwaamheidseisen nu eenduidig, concreet en beter toetsbaar zijn geworden. De zeven competenties zijn ondergebracht in de hoofdthema’s: vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch. Hiermee is de herkenbaarheid toegenomen. De bekwaamheidseisen leggen de focus op het leren van de leerling en de kern van het beroep als leraar.

Bij de werving van nieuw personeel mogen scholen alleen leraren benoemen die aan de bekwaamheidseisen voldoen. Naast deze eisen mag de school nog aanvullende normen opstellen. Leraren die niet aan alle eisen voldoen moeten de gelegenheid krijgen om deze aan te leren. De school maakt hierover afspraken met de leraar. De Inspectie van het Onderwijs houdt (als extern toezichthouder) toezicht op de kwaliteit van het onderwijs van de school. De school moet voldoen aan de wettelijke eisen voor de bekwaamheid van leraren. Voldoet de school niet aan de eisen voor kwaliteit van het onderwijs? Dan kijkt de inspectie bij haar onderzoek ook naar de bekwaamheidsdossiers op school. Met de kwaliteit van de individuele leraar houdt de inspectie zich niet bezig.

Wij zijn u graag van dienst, ook bij specifieke onderwerpen van het Integraal personeelsbeleid, zoals Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) of variabele beloning van onderwijsbestuurders. Neem gerust contact met ons op.

Meer nieuwsitems