De toekomst van kinderopvangtoeslag blijft onduidelijk door uitstel stelselherziening
Wat staat ouders komende jaren te wachten? De ontwikkelingen rondom de kinderopvangtoeslag buitelen over elkaar heen en de stelselherziening wordt voortdurend in de wachtkamer gezet. Geen ouder die meer weet wat hij of zij kan verwachten van de kosten voor kinderopvang voor de komende jaren. Arjen van der Plas maakt de balans op na de laatste koerswijzigingen van het kabinet zoals aangekondigd in de voorjaarsnota.
Je zou het in alle verwarring bijna uit het oog verliezen, maar het plan was (bijna) gratis kinderopvang in 2025. Het voorgaande kabinet schoof (bijna) gratis kinderopvang al op de langebaan: 2025 werd 2027. In de jaren voorafgaand aan 2027 is sprake van een ingroeipad waarbij het vergoedingspercentage stapsgewijs wordt verhoogd. Het huidige kabinet kondigde in het hoofdlijnenakkoord aan dat het plan voor (bijna) gratis kinderopvang in 2027 zou worden doorgezet. Maar bij de voorjaarsnota 2025 blijkt dat (bijna) gratis kinderopvang opnieuw wordt uitgesteld. Nu naar 2029.
Waren de plannen te ambitieus? Daar lijkt het wel op. In november 2025, een half jaar na het hoofdlijnenakkoord, maakte de staatssecretaris voor Participatie en Integratie, Jurgen Nobel, in een brief aan de Tweede Kamer de eerste contouren van het nieuwe stelsel bekend. De kinderopvangtoeslag (KOT) wordt een vergoeding kinderopvang (VKO) en wordt direct uitbetaald aan de kinderopvangorganisatie. Uit de brief bleek duidelijk dat er nog enorm veel werk verzet moest worden. Zo was er nog geen helder tijdspad en was de uitvoerbaarheid nog niet geborgd. Het nieuwe stelsel vraagt om grote aanpassingen in systemen bij zowel de uitvoerder als de kinderopvangorganisatie. Daarnaast draaien politieke molens traag. Een ingrijpend wetsvoorstel dat in de zomer van 2025 voor internetconsultatie wordt ingediend kan haast onmogelijk op 1 januari 2027 worden ingevoerd. Tenslotte zijn er de personeelstekorten. Kan de sector de stijgende vraag die bij het nieuwe stelsel wordt verwacht wel aan? Daar zijn de meningen sterk over verdeeld. Tegenstanders zijn bang dat (bijna) gratis kinderopvang leidt tot een loterij, waarbij het voor ouders uiterst onzeker is of er voor hun kind plaats is op de kinderopvang. Voorstanders zien in (bijna) gratis kinderopvang juist de oplossing voor personeelstekorten. Het blijft uiterst complex om de gevolgen te overzien.
De sector mag ook naar zichzelf kijken. Want wil de sector het eigenlijk wel? De verdeeldheid over de vraag of (bijna) gratis kinderopvang verstandig is, is enorm. Als de kinderopvangsector zelf geen blok vormt en staat voor het beleid, dan geeft dat het kabinet steeds een gemakkelijk excuus om te vertragen. Met één mond spreken naar de politiek, een heldere gemeenschappelijke visie op de toekomst en een gezamenlijke lobby, daar zou de sector bij gebaat zijn.
Is het dan alleen maar ‘kommer en kwel’? Zeker niet! Er is ook goed nieuws. Niet indexeren van de kinderopvangtoeslag in 2026 is een slecht idee! Daar is iedereen in de sector het mee eens. Deze ongefundeerde bezuinigingsmaatregel is uit de voorjaarsnota geschrapt. Inmiddels is het ontwerpbesluit kinderopvangtoeslag 2026 bekend gemaakt door de staatssecretaris. De maximum uurprijzen gaan in 2026 met 4,84% omhoog. De nieuwe bedragen voor volgend jaar zijn € 11,23 in de dagopvang, € 9,98 in de buitenschoolse opvang en € 8,49 in de gastouderopvang.
Ook wordt het ingroeipad doorgezet, waarbij het vergoedingspercentage stapsgewijs wordt verhoogd. Het ingroeipad is wel gewijzigd. De tweede stap van het ingroeipad, die in 2026 is gepland, is kleiner dan eerder aangegeven. Daarmee is de indexatie van de kinderopvangtoeslag 2026 voor de kinderopvangsector deels een sigaar uit eigen doos. In 2025 ontvingen ouders tot een inkomen van € 47.000 bij het eerste kind de maximale toeslag van 96% vanaf 2026 is dat tot een inkomen van € 56.000. Met 2029 als invoeringsjaar van de nieuwe financiering van kinderopvang is er sprake van een langer en geleidelijker ingroeipad nodig. Ook in 2027 en 2028 wordt het vergoedingspercentage voor de kinderopvangtoeslag daarom stapsgewijs verhoogd. Het doel van dit ingroeipad is de vraag naar kinderopvang geleidelijk te laten stijgen en de sector tijd te geven om het aanbod mee te laten groeien1.
Is er dan echt sprake van een daling in de kosten voor 2026 en de jaren daarna? Het antwoord verschilt per portemonnee. Al jarenlang ligt de werkelijke uurprijs bij veel kinderopvangorganisaties hoger dan de maximum uurprijs voor de kinderopvangtoeslag. Dit verschil betalen ouders volledig zelf. Uit het onderzoek uurtarieven kinderopvang 2025 van BOinK blijkt dat het gaat om meer dan 50% van de kinderopvangorganisaties. De werkelijke effecten op de kosten 2026 worden pas duidelijk wanneer de kinderopvangorganisaties hun tarieven voor 2026 vaststellen. Stijgen de werkelijke uurprijzen harder dan de maximum uurprijzen? Dan zijn ouders met lage inkomens alsnog duurder uit.
Dit blijkt uit het volgende rekenvoorbeeld:
Stijgt de werkelijke uurpijs van de kinderopvangorganisatie bijvoorbeeld 6,5%, terwijl de uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag met 4,84% stijgen, dan dalen de netto-kosten per uur desondanks voor ouders met een inkomen van € 52.865. Dit komt door de verhoging van het vergoedingspercentage naar 96%. Ouders met lage inkomens ontvingen al een vergoedingspercentage van 96% en profiteren dus niet van het ingroeipad. Zij gaan netto meer betalen als de werkelijke uurprijs van de kinderopvangorganisatie meer stijgt dan de indexatie van de maximum–uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag.
Ouders weten graag waar ze aan toen zijn als het gaat om de kosten voor de kinderopvang. Dat valt niet mee in het huidige complexe stelsel. Goede voorlichting en communicatie is essentieel en rekenvoorbeelden kunnen helpen om ouders meer inzicht te geven. Voer het goede gesprek met de oudercommissies en neem hen tijdig mee in de ontwikkelingen in de kinderopvangtoeslag. Dat geeft rust en vertrouwen, juist nu in de politiek onzekerheid troef is. Wij rekenen én denken graag met u mee.
Bezuiniging op kinderopvangtarief in 2026 geschrapt Na felle kritiek vanuit de kinderopvangsector en een uitspraak van de Raad van State is besloten om de bezuiniging op het maximumuurtarief in 2026
Sinds 30 september 2024 zijn de onderhandelingspartijen voor de kinderopvang in gesprek over een nieuwe cao. Na vijf moeizame onderhandelingsrondes hebben de werkgeversorganisaties BK, BMK en BVOK op 5 maart
Bij kinderopvangorganisaties met een ‘partnerschapsovereenkomst één rekeningnummer’ (POBR1) betaalt Dienst Toeslagen de kinderopvangtoeslag uit op het rekeningnummer van de kinderopvangorganisatie. Door het sluiten van de partnerschapsovereenkomst kan de hoofdelijke aansprakelijkheid