Eind juni zijn voor het Primair Onderwijs en het Voortgezet Onderwijs de definitieve bedragen voor de NPO-middelen bekend gemaakt. Elke instelling kan deze voor zichzelf berekenen met behulp van de online tool die door het Ministerie van OCW beschikbaar is gesteld. Ook is een website beschikbaar die specifiek ingaat op het Nationaal Programma Onderwijs. Op deze website zijn de details van de regeling opgenomen. Naar aanleiding van deze informatie merken wij dat er veel onduidelijkheden zijn. Met name over de inzet, verantwoording en controle van deze gelden. In dit artikel informeren wij u graag over de algemene NPO-middelen. Het betreft dus niet:
Het algemene uitgangspunt is dat de aanvullende NPO-middelen worden toegekend als lumpsum-bedragen. Door schoolbesturen moet de verantwoording daarom ook gedaan worden op grond van de reguliere verantwoordingregels die hiervoor gelden. Ook de accountantscontrole op de besteding van deze middelen gaat niet verder dan de reguliere accountantscontrole. Voor deze geldstroom geldt namelijk geen verlaagde goedkeuringstolerantie en daardoor ook geen specifieke controleplicht. Wel is de verantwoording van de besteding van de NPO-middelen aangemerkt als ‘maatschappelijk thema’. Dit betekent dat de minister gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om een thema aan te wijzen dat van dermate belang is dat hier in het bestuursverslag specifiek verantwoording over moet worden afgelegd. De verantwoording wordt hiermee op dezelfde manier vorm gegeven als de werkdrukmiddelen. Net als bij de werkdrukmiddelen moet de verantwoording wel aan een aantal voorwaarden voldoen. De accountant zal toetsen of de gevraagde verantwoording in het bestuursverslag is opgenomen en of alle elementen zijn opgenomen.
Uit het jaarverslag moet blijken
Wanneer de NPO-middelen bovenschools zijn ingezet moet duidelijk zijn aangegeven:
Als accountant zullen wij toetsen of u heeft voldaan aan de verantwoording in het bestuursverslag, zonder gedetailleerd de cijfermatige verantwoording te toetsen. Naast deze verantwoording moet via XBRL per school aangegeven worden voor welke categorieën interventies uit de menukaart de middelen zijn ingezet. XBRL is het portaal waarmee jaarlijks de jaarcijfers aan DUO worden doorgegeven. Er komt een uitbreiding van dit portaal ten behoeve van de NPO-verantwoording.
Het feit dat de aanvullende NPO-gelden als lumpsum verantwoord moeten worden, betekent dat geen sprake is van specifieke (accountants)controle op het toerekenen van de kosten aan de subsidiestroom. De vraag die zich voordoet is dan waarom op de website regels zijn opgenomen over het toerekenen van kosten, zoals afschrijvingskosten, aan de besteding van de NPO-gelden. Op het laatste overleg dat wij met de Onderwijsinspectie hadden over het nieuwe Onderwijsaccountantsprotocol 2021, hebben wij voor deze onderwerpen specifieke aandacht gevraagd. De Onderwijsinspectie heeft toen aangegeven dat de toerekening van de kosten inderdaad geen onderwerp is van een specifieke controle. Maar de regels zijn opgesteld als handreiking voor de scholen om de verantwoording in het XBRL-portaal op te kunnen stellen.
Ook voor het vormen van voorzieningen en bestemmingsreserves gelden geen nieuwe of specifieke regels. De gebruikelijke verslaggevingsvoorschriften zijn van toepassing. Voor het vormen van voorzieningen geldt dus, dat een in rechte afdwingbare verplichting aanwezig moet zijn. Een voorziening die wij ons in het kader van de besteding van de NPO-gelden voor zouden kunnen stellen, is een voorziening voor het in de toekomst eventueel moeten betalen van transitievergoedingen. Dit is aan de orde indien de besteding van NPO-gelden wordt ingevuld door middel van personeel met een tijdelijke arbeidsovereenkomst die u niet gaat verlengen en omzetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Het vormen van een bestemmingsreserve blijft een beslissing van het bestuur, maar is geen verplichting. Ook niet als niet het volledige bedrag dat toegekend is voor een boekjaar binnen hetzelfde boekjaar is besteed. Het kan wel behulpzaam zijn voor uw interne beheersing van de NPO-gelden. Want op deze manier blijft inzichtelijk welk deel van de gelden u nog kunt besteden. Het feit dat sprake is van een bestemmingsreserve binnen het eigen vermogen geeft ook aan dat geen sprake is van een terugbetalingsverplichting indien de gelden, ook na afloop van de volledige NPO-periode niet volledig zijn besteed. Indien sprake zou zijn van een terugbetalingsverplichting zou sprake moeten zijn geweest van oormerking van de middelen. Bij oormerking is het niet toegestaan het niet bestede deel in de baten te nemen. Er zou in deze situatie dus geen mogelijkheid bestaan om een bestemmingsreserve te vormen omdat het niet bestede deel nog geen onderdeel is van het eigen vermogen. De Onderwijsinspectie heeft ons desgevraagd expliciet bevestigd dat geen sprake is van een terugbetalingsverplichting. Het heeft uiteraard wel de voorkeur van de Inspectie en van OCW dat u de gelden binnen de NPO-gelden volledig besteedt aan de gekozen maatregelen uit de menukaart.
Wij helpen u graag verder als er vragen zijn. Neem gerust contact op met uw adviseur of via info@vanreeacc.nl
Prinsjesdag 2025: wat betekent dit voor het onderwijs? Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet de Miljoenennota en het Belastingplan 2026. Het kabinet is demissionair. Dit betekent dat het lopende zaken
De dag vóór Prinsjesdag is een kamerbrief gepubliceerd. Hierin worden plannen toegelicht voor een nieuw financieringsstelsel. Hoewel de geplande ingangsdatum 2029 is, leiden de voorstellen al tot discussies. Wij lichten
Het einde van het jaar 2025 nadert met rasse schreden. Kinderopvang is arbeidsintensief waardoor een groot deel van de kosten uit loonkosten bestaat. Dit betekent ook dat een kinderopvangorganisatie relatief