Het ministerie van OCW wil snel voortgang boeken met het wetsvoorstel vereenvoudiging bekostiging VO. Achter de schermen gebeurt er daarom veel om het wetsvoorstel zo snel mogelijk te behandelen in de ministerraad.
Het doel is om in juni 2019 het voorstel naar de Raad van State te verzenden. De Raad zou dan in september 2019 zijn advies uit kunnen brengen waarna het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer kan gaan. Dit is wel een optimistisch scenario: bij enige vertraging kan het moment van versturen naar de Raad van State al na de zomer liggen. Op dit moment is invoeren van de vereenvoudiging in 2021 nog wel mogelijk.
Het ministerie van OCW stuurt met het wetsvoorstel een brief naar de Tweede Kamer waarin de minister de beslissingen uitlegt die hij nam na het Kamerdebat in oktober 2018. Denk daarbij aan de herverdeeleffecten voor scholen met vbo en hoe om te gaan met ‘laatste scholen’ in dunbevolkte gebieden.
Het ministerie ontwikkelt een rekenmodel om berekeningen te maken met de gegevens van 2018. Daarbij wordt gekeken naar scenario’s om de herverdeeleffecten voor specifieke groepen scholen, zoals brede scholengemeenschappen met vbo, te verminderen. De berekeningen leiden uiteindelijk tot nieuwe, meer actuele tarieven. Deze zullen beschikbaar worden gesteld via een nieuwe, actuele rekentool. Het ministerie van OCW heeft de VO-raad gevraagd mee te denken over de vormgeving van deze nieuwe rekentool. Ook de scholen zullen naar hun mening hierover worden gevraagd.
Over de zogenaamde ‘laatste scholen’ is de VO-raad nog met het ministerie in gesprek. Hoe voorkomen we dat aanbod wegvalt waardoor leerlingen een onverantwoord lange reistijd krijgen? Welke scholen er vallen onder ‘laatste scholen’, dient nauwkeurig in kaart gebracht te worden. Ook de wijze van steunverlening is onderwerp van gesprek. Daarbij zouden zaken als reistijd, aanbod en mate van krimp een rol moeten spelen. Als steun wordt verleend zou het aantal leerlingen van de vestiging bepalend moeten zijn voor de hoogte van de steun. Hoe kleiner het aantal leerlingen, des te hoger het bedrag per leerling.
Ook over de stapeling van effecten wordt met OCW gesproken. Bij stapeling van effecten gaat het erom dat scholen en samenwerkingsverbanden last hebben van negatieve financiële gevolgen van de vereenvoudiging van de bekostiging en bijvoorbeeld krimp of herverdeeleffecten zware zorg.
De VO-raad is bezig met een tabel met daarin op bestuursniveau weergegeven de effecten van vereenvoudiging, verevening zware zorg en verevening lwoo/pro. Dat laatste is slechts voorlopig, omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek gaat onderzoeken wat een alternatieve verdeelsleutel zou kunnen zijn. De uitkomsten worden na de zomer verwacht. Toch geven ook deze gegevens wel enige indicatie, omdat verwacht mag worden dat de plussen en de minnen bij een andere verdeelsleutel wel ongeveer dezelfde zullen zijn, maar dat de hoogte ervan wel zal verschillen. Aan deze tabel zal de krimp worden toegevoegd, waardoor op bestuursniveau een voorlopig beeld van het effect van stapeling zal ontstaan. Deze tabel zal de basis zijn voor nader overleg met het ministerie van OCW.
Bron: www.voraad.nl
Aanpassingen WNT-regeling voor onderwijsinstellingen 2024 Bedragen bezoldigingsmaxima Jaarlijks rond in november worden de bezoldigingsmaxima die voor onderwijsinstellingen gelden per klasse aangepast. Recent zijn de bedragen voor 2024 gepubliceerd in de
Onlangs stuurden de ministers van OCW en Primair onderwijs en Voortgezet onderwijs een brief naar de Tweede Kamer. Hierin is een analyse gemaakt van de financiële posities van onderwijsinstellingen zoals
Wetwijziging vrijwillige ouderbijdrage Vanaf 1 augustus 2023 is de regelgeving voor ouderbijdragen weer veranderd. Het doel van deze wijziging is het scheppen van meer duidelijkheid voor schoolbesturen en ouders. Met