19 juli 2022

Regelmatig zien we (inval)leerkrachten binnen het onderwijs optreden als ondernemer.  Een dienstbetrekking wordt dan ingeruild voor de rol als ZZP’er. Op zich is dit ook niet vreemd, gezien het tekort aan onderwijspersoneel. Dit tekort beweegt leerkrachten sneller om na te denken over het ondernemerschap en op deze wijze een samenwerking aan te gaan met de onderwijsinstelling. Dat ondernemerschap voor leerkrachten echter geen vanzelfsprekendheid is, leert ons een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant d.d. 29 juni 2022 (ECLI:NL:RBZWB:2022:3607).

De casus

X werkt als timmerman en is daarnaast invalleerkracht in het basisonderwijs en op het MBO. Met twee bedrijven staat X ingeschreven in het handelsregister. Zijn inkomsten als invalleerkracht heeft X aangegeven als winst uit onderneming, tezamen met zijn inkomsten als timmerman.

X heeft op papier aansluiting gezocht bij de op de website van de Belastingdienst gepubliceerde algemene modelovereenkomst “geen werkgeversgezag”.

Zowel in 2016 als 2017 werkt X als invalleerkracht op een MBO-instelling als op een basisschool. X verstuurt facturen voor zijn werkzaamheden. X ontvangt een vaste vergoeding per gewerkt dagdeel.

De uitleg van de rechter

De rechter oordeelt dat voor de werkzaamheden als leerkracht sprake is van een dienstbetrekking en geen sprake is van ondernemerschap als invalleerkracht. Daartoe wordt o.a. overwogen:

  • X heeft – zeker in het basisonderwijs – onvoldoende zelfstandigheid bij zijn werkzaamheden ten opzichte van de onderwijsinstelling als opdrachtgever;
  • X verricht niet of nauwelijks investeringen;
  • X heeft slechts twee opdrachtgevers;
  • Het ondernemersrisico voor X is zeer beperkt;
  • Van vrije vervanging is geen sprake.

Aandachtspunten voor de praktijk

Modelovereenkomst

(Inval)leerkrachten werken regelmatig op basis van een overeenkomst van opdracht. In dat geval wordt vaak aansluiting gezocht bij een modelovereenkomst zoals de Belastingdienst die vermeldt op haar website. Dit is zowel voor de onderwijsinstelling als ZZP-docent niet zonder risico, dit wordt bevestigd door de uitspraak van deze rechtbank.

Vrije vervanging

Een dienstbetrekking kan worden uitgesloten als sprake is van vrije vervanging en/of een gezagsverhouding ontbreekt. De rechter is van mening dat in het geval van X van vrije vervanging geen sprake is. De rechter stelt vast dat X zich weliswaar kon laten vervangen maar de vervanger diende zowel lesbevoegd te zijn als te voldoen aan het door de school opgestelde profiel. Naar mijn inschatting is vooral het feit dat de school het profiel van de vervanger bepaalt, een belangrijk gegeven om te concluderen dat van vrije vervanging geen sprake is.

Gezagsverhouding

Doorslaggevend in deze uitspraak is echter het feit dat de onderwijsinstelling een bepaalde mate van gezag kan uitoefenen op X. Het komt mij voor dat binnen het onderwijs in het geval van (inval)leerkrachten al snel sprake zal zijn van een gezagsverhouding. Dit valt ook af te leiden uit het feit dat door de Belastingdienst voor de onderwijssector uitsluitend goedgekeurde modelovereenkomsten zijn gepubliceerd voor het MBO en HBO. Daarbij geldt dat deze modelovereenkomsten uitsluitend toepasbaar zijn voor werkzaamheden die buiten het reguliere lesprogramma van de MBO- of HBO-instelling vallen. Denk bijvoorbeeld aan de fiscalist die op verzoek van de HBO-instelling een gastles verzorgt over de beroepspraktijk binnen een belastingadvieskantoor. In dit soort situaties zal de betreffende docent sneller zelfstandig invulling kunnen geven aan de inhoud van de les.

Handhavingsmoratorium wet DBA

Nu de Staatssecretaris van Financiën heeft aangekondigd dat het handhavingsmoratorium inzake de wet DBA op termijn wordt ingetrokken (per 1 januari 2025 of eerder), is het zeker van belang dat zowel ZZP-docenten als onderwijsinstellingen zich bewust zijn van de risico’s. Het lijkt er sterk op dat voor wat betreft de beoordeling van de arbeidsrelatie een steeds belangrijkere vraag wordt of de werkzaamheden al dan niet de kern van de bedrijfsvoering van de opdrachtgever vormen. In het geval van leerkrachten in het onderwijs is evident dat hiervan sprake is.

Dat er slechts beperkt wordt gecontroleerd door de Belastingdienst is naar ik meen enerzijds een gevolg van het huidige handhavingsmoratorium en anderzijds het gevolg van de beperkte capaciteit bij de Belastingdienst. Onderwijsinstellingen en ZZP-docenten zijn dus gewaarschuwd!

Tenslotte

Heeft u als onderwijsinstelling vragen over de inzet van ZZP-docenten en wat hierbij de fiscale aandachtspunten zijn? Neem dan vrijblijvend contact op!

mr. A.A. (Arjan) van der Bok RB MB MFP
Fiscaal directeur | Belastingadviseur
avdbok@vanreefc.nl

     

    Meer nieuwsitems