Eind maart 2023 is het voorstel van ‘Wet tot wijziging van diverse onderwijswetten om te komen tot een meer planmatige en doelmatige aanpak van de onderwijshuisvesting in het primair en voortgezet onderwijs’ in internetconsultatie gegaan. Hierna kunnen er nog wijzigingen in het wetsvoorstel aangebracht worden voordat de Tweede Kamer het behandelt. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2025.
Het wetsvoorstel bestaat uit verschillende onderdelen:
De gemeente stelt eenmaal in de vier jaar een IHP vast voor de bekostiging van de voorzieningen in de huisvesting voor primair en voortgezet onderwijs. In het IHP worden in ieder geval de beoogde beleidsdoelen vermeld voor de onderwijshuisvesting in relatie tot de prognose van het aantal leerlingen in de periode waarop het IHP betrekking heeft. Tevens wordt de beslissing over nieuwbouw of renovatie van een onderwijsgebouw dat ouder is dan 40 jaar erin vermeld. Het IHP kent een looptijd van vier jaar met een doorkijk naar de volgende 12 jaar.
Het onderwijsbestuur krijgt de verplichting om tenminste eenmaal in de vier jaar een meerjarenonderhoudsplan vast te stellen op basis van een bouwkundige inspectie. Dit geldt voor alle onderwijsbesturen. Dus ook voor die besturen die geen voorziening voor groot onderhoud hebben, maar al het groot onderhoud activeren en afschrijven.
Levensduur verlengende renovatie wordt aangemerkt als een voorziening in de huisvesting. En daardoor als een volwaardig alternatief voor nieuwbouw. Er is sprake van een levensduur verlengende renovatie van een gebouw (of een gedeelte daarvan) als de levensduur en geschiktheid van (het gedeelte van) het gebouw voor het onderwijs met ten minste 25 jaar wordt verlengd. De gemeente is verantwoordelijk voor renovatie. Of dit automatisch betekent dat de gemeente de volledige kosten van de renovatie voor haar rekening neemt, is nog de vraag. De toelichting op het wetsvoorstel zegt daarover: ‘De wettelijke verankering van het begrip renovatie maakt duidelijk dat gemeenten voor (de financiering van) renovatie aan zet zijn, tenzij hierover tussen de betreffende gemeente en het schoolbestuur andere afspraken worden gemaakt in het kader van doordecentralisatie of cofinanciering.’
In het primair onderwijs was het in principe niet toegestaan om zelf vanuit de rijksmiddelen te investeren in huisvesting. Met uitzondering van het plegen van groot onderhoud of kleine aanpassingen. Later is toegestaan om aanvullende huisvestingsinvesteringen te doen. Waarbij het uitgangspunt is dat dit geen investeringen mag betreffen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, zoals uitbreiding van het aantal m2. Bovendien moet de investering doelmatig zijn en geen gevaar vormen voor de continuïteit van het onderwijs. Dit huisvestingsverbod wordt straks opgeheven zodat de regelgeving op dit punt gelijk gesteld wordt met die in het voortgezet onderwijs.
De wettelijke eisen waaraan elk school qua binnenklimaat moet voldoen liggen vast in al geldende regelgeving. Met name het Bouwbesluit 2012. Dit onderhavige wetsvoorstel verplicht het onderwijsbestuur om zorg te dragen voor een gezond binnenklimaat en hierop beleid te maken. Schoolbesturen worden vrij gelaten in de wijze en frequentie waarop zij deze omstandigheden meten en monitoren. In het beleid dat de schoolbesturen opstellen worden de risico’s geïnventariseerd die het schoolgebouw heeft ten aanzien van de atmosferische omstandigheden. Bij elk risico hoort een beheersmaatregel. Waar nodig worden deze beheersmaatregelen verwerkt in het MJOP of in het IHP van de gemeente. Het betreft een inspanningsverplichting. De inspectie ziet er op toe dat een dergelijk beleid aanwezig is.
Wij houden u op de hoogte over dit wetsvoorstel. Heeft u vragen? Neem gerust contact met ons op, wij zijn u graag van dienst.
Als u meer dan 100 werknemers in dienst heeft moet u de kilometers van uw werknemers bijhouden. Hier komt meer bij kijken dan alleen het noteren van het aantal gereisde
Heeft uw kinderopvangorganisatie de vragenlijst voor het kostprijsonderzoek kinderopvang van SEO Economisch Onderzoek al ingevuld? Het kan nog tot 31 januari 2025. Dit onderzoek wordt uitgevoerd voor het ministerie van
Bedragen bezoldigingsmaxima Jaarlijks rond november worden de bezoldigingsmaxima die voor onderwijsinstellingen gelden per klasse aangepast. Recent zijn de bedragen voor 2025 gepubliceerd in de Staatscourant. Deze bedragen kunt u aanhouden