De jaarverantwoording zorg heeft enkele belangrijke veranderingen ondergaan sinds de invoering van de Wet toetreding zorgaanbieders (WTZA) op 1 januari 2022. Wij bieden u een overzicht van wijzigingen en geven praktische richtlijnen voor u als zorgaanbieder. Op basis hiervan kunt u uw jaarverantwoording correct indienen.
Met de Wtza zijn zorgaanbieders onderworpen aan vier hoofdplichten:
Omdat de eerste drie punten uitgebreid worden behandeld op de website toetredingzorgaanbieders, lichten wij met name de vierde verplichting toe; de jaarverantwoording zorg.
Op https://www.jaarverantwoordingzorg.nl/ vindt u informatie over de toepassing. Wij lichten voor u enkele specifieke aspecten toe:
Vanaf het boekjaar 2024 is de pauzeknop voor bestaande zorgondernemers niet meer van toepassing. Dat betekent dat alle zorgaanbieders:
Voor zorgondernemers die uitstel nodig hebben, kan dit uiterlijk 31 maart worden aangevraagd bij de IGJ: Uitstel aanvragen | Over de jaarverantwoording | Jaarverantwoording zorg
Het verslagjaar voor de jaarverantwoording zorg loopt altijd van 1 januari tot 31 december. Het is niet toegestaan om een verlengd of gebroken boekjaar te hanteren.
Voor combi-instellingen moet de juiste verklaring vanuit de jeugdwet normering worden toegepast. Voor organisaties met omvang ‘klein’ betekent dit een beoordelingsverklaring, terwijl deze organisaties vanuit de Wtza geen verplichting voor een accountantsverklaring hebben. Zorg ervoor dat de jaarverantwoording gecombineerd wordt gedaan via de jaarverantwoording zorg.
Vanaf 2024 wordt onderscheid gemaakt tussen micro en kleine organisaties, net zoals voor andere vennootschappen. Dit geldt voor zowel eenmanszaken, personenvennootschappen als rechtspersonen.
Zorginstellingen die ook niet-zorgactiviteiten leveren, zoals horeca, detailhandel of agrarische bedrijfstaken, moeten deze activiteiten ook verantwoorden in hun jaarverantwoording.
Jeugdhulpaanbieders vallen in beginsel onder de jaarverantwoording van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG). Echter, indien een jeugdhulporganisatie ook zorg aanbiedt en meer dan één euro aan zorggelden ontvangt, wordt deze beschouwd als een combinatie-instelling volgens de Wtza. Dit betekent dat de organisatie moet voldoen aan zowel de jaarverantwoording WMG als de regels van de Wtza.
Zorg ervoor dat u:
Meer informatie is ook te vinden op:
(Micro) Jeugdhulpaanbieders
|
Vereenvoudigd verantwoorden | Jeugdhulpaanbieders | Jaarverantwoording zorg |
Zorg- en Combi instellingen (Combi instellingen leveren zowel Jeugdzorg als andere zorg) |
Uitzonderingen zorgaanbieders | Zorgaanbieders en combinatie-instellingen | Jaarverantwoording zorg Combinatie-instelling | Zorgaanbieders en combinatie-instellingen | Jaarverantwoording zorg
|
Jaardocumenten jeugd en zorginstellingen | Jaardocumenten voor jeugd, combi-instellingen en Veilig Thuis-organisaties | Jaarverantwoording zorg
|
Eenmanszaken moeten voldoen aan specifieke jaarverantwoordingseisen. Voor eenmanszaken zonder personeel is er geen openbare jaarverantwoording nodig, mits u dit meldt bij het CIBG. Eenmanszaken met personeel moeten een reguliere jaarverantwoording indienen. Kleine personenvennootschappen moeten een verkorte jaarrekening publiceren, afhankelijk van hun omvang. De financiële rapportage bestaat uit balans, staat van baten en lasten, en financiële indicatoren. Bij eenmanszaken is er met ingang van boekjaar 2024 onderscheid tussen micro en groter dan micro.
Personenvennootschappen moeten een verkorte jaarrekening publiceren, afhankelijk van hun omvang; micro, klein, (middel)groot.
Personenvennootschappen, die niet hoeven te voldoen aan de algemene BW 2 titel 9 richtlijn maar wel aan RJk C3, mogen waarderen op fiscale grondslagen zolang dit niet strijdig is met RJk C3. Dit betekent dat waardering op fiscale grondslagen ook voor personenvennootschappen niet is toegestaan.
In tegenstelling tot personenvennootschappen sluit de jaarrekening van de besloten vennootschap wel aan op het model van de reguliere Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ).
De jaarverantwoording bestaat uit:
Daarnaast is ook RJk C-3 Kleine zorgaanbieders van toepassing. Let op, er kan niet op eigen gekozen of fiscale grondslagen gewaardeerd worden.
Verder is het goed om te melden dat in de wet verschillende artikelen uit het Burgerlijk Wetboek zijn uitgezonderd. Het gaat om Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek:
Een kleine rechtspersoon is vrijgesteld van het openbaar maken van een bestuursverslag en van het laten uitvoeren van een samenstel-, beoordelings- of controleopdracht door een accountant.
Bij andere informatie over bedrijfsvoering mag het op groepsniveau door het groepshoofd gedaan worden, waardoor de groepsmaatschappij een vrijstelling heeft voor deze andere informatie.
Wij kunnen ons voorstellen, dat deze wet- en regelgeving complex is voor u. Omdat het voor ons dagelijkse kost is, helpen wij u graag verder. Neem gerust contact met ons op.
Sinds 1 juli 2021 is de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) van kracht. Deze wet is van groot belang voor alle stichtingen en verenigingen. Waarom? Omdat de regels voor
Huurt u zorgprofessionals of waarnemers in? Controleer dan of de manier van werken past bij een zelfstandige en of het contract daarmee in lijn is. Zo beperkt u het risico
Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst weer actief handhaven tegen schijnzelfstandigheid. De periode van aanwijzingen geven is voorbij. Dit heeft ook gevolgen voor zorgorganisaties. Want zorgorganisaties worden niet ontzien, ondanks alle