18 oktober 2022

Een recente uitspraak van de Rechtbank Zeeland West-Brabant deed mijn wenkbrauwen fronsen. Zo heb ik figuurlijk de pen weer gepakt en ben gaan schrijven. Opnieuw over het wagenpark van de werkgever, maar dit keer over ‘doorlopend afwisselend gebruik’. In mijn eerdere blogs was ik ingegaan op de verklaring ‘geen privégebruik auto’ en de verklaring ‘uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’. Disclaimer: een gewaarschuwd mens (lees: werkgever), telt voor twee.

De zaak

De belanghebbende in de zaak heeft vier bestelauto’s. De bestelauto’s worden gebruikt door de werknemers. De belanghebbende koopt de bijtelling af door voor de bestelauto’s € 300 eindheffing te betalen per bestelauto. Bij een boekenonderzoek neemt de inspecteur het standpunt in dat deze regeling niet toegepast kon worden. Waar het specifiek om ging was de vraag of ‘bezwaarlijk is vast te stellen of en aan wie de bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld’. De belanghebbende heeft dat echter niet aannemelijk kunnen maken. De rechtbank vond het aannemelijker dat de belanghebbende het overzicht moet hebben gehad, bijvoorbeeld welke bestelbus op welke klus kon worden ingezet. Zo bezwaarlijk was dit dus niet. Dat de belanghebbende ook verklaart dat de auto’s niet geschikt zijn voor privégebruik, heeft hem niet mogen baten. Het leed was al geschied.

Doorlopend afwisselend gebruik

Het blijkt eigenlijk al uit de uitspraak die ik hiervoor heb aangehaald; de eindheffing wordt soms te gemakkelijk toegepast. Helemaal onbegrijpelijk vind ik dat niet. Een eindheffing van € 300 is relatief gezien een heel goedkope bijtelling. Maar dan moet wel voldaan zijn aan de voorwaarden. In de praktijk wordt te snel aangenomen dat men wel aan die voorwaarden voldoet. De behandelde uitspraak bevestigt dat. Laat u niet zomaar verleiden tot het toepassen van deze eindheffing, maar ga alle voorwaarden langs. Het raadplegen van een fiscaal adviseur hierbij is aan te raden.

Het belang

In de genoemde zaak was de naheffingsaanslag € 14.101 over één heel jaar. Het bedrag van de naheffing is berekend op basis van één ter beschikking gestelde bestelauto met een waarde van € 47.135, de gemiddelde waarde van de vier bestelauto’s van belanghebbende. Het had mijns inziens nog erger kunnen uitpakken; namelijk dat nageheven werd over meerdere jaren en voor alle bestelauto’s. Dat had fors in de papieren kunnen lopen.

Bent u voldoende op de hoogte van de voorwaarden voor het toepassen van de eindheffing? En bent u voldoende ‘in control’ om bij een boekenonderzoek geen risico te lopen? Als u hier niet zeker van bent, schroom dan niet om contact met ons op te nemen. De belangen zijn vaak groot! Wij helpen u graag verder zodat ook uw wagenpark fiscaal ‘in control’ is. Een gewaarschuwd mens, telt voor twee!

Govert Meerkerk

mr. G.C. (Govert) Meerkerk
Belastingadviseur
gmeerkerk@vanreefc.nl