Op 31 oktober 2019 heeft de MBO Raad de Benchmark mbo 2018 gepresenteerd aan de Vaste Kamer Commissie Onderwijs van de Tweede Kamer. De benchmark bestaat uit drie onderdelen:
Als geheel genomen is de sector financieel gezond, al zijn er enkele grote verschillen tussen scholen onderling. De afgelopen jaren heeft de sector zich op financieel gebied goed ontwikkeld en is de inzet van een steeds groter aandeel middelen voor onderwijspersoneel mogelijk. Het aantal scholen met een negatief resultaat is verder afgenomen. Belangrijk is ook dat medewerkers tevredener zijn. Dat bevestigt voor de MBO Raad de ambitie van de cao-afspraken om het mbo ‘a great place to work’ te laten zijn.
De sector moet zich voorbereiden op een verwachte daling van het aantal studenten in het mbo. Er zijn regio’s waar een daling van studenten met tientallen procenten wordt verwacht en regio’s waar de daling van het aantal studenten inmiddels een feit is. Het is voor de sector van belang om te zorgen voor flexibiliteit, zodat tijdig op deze ontwikkeling kan worden ingespeeld. In een sector waar een zeer groot deel van de middelen wordt ingezet voor vast personeel en voor huisvesting, vergt een aanpassing vaak een doorlooptijd van meerdere jaren. Het is voor de scholen en de leefomgeving ook van belang om het onderwijsaanbod in de regio te waarborgen en laagdrempelig en toegankelijk te houden. Scholen bereiden zich hierop voor.
Ruim zeven op de tien studenten aan het mbo behaalt een diploma. Het percentage studenten dat een mbo-diploma behaalt, daalt licht ten opzichte van het jaar ervoor. Uit de analyses komen geen bijzonderheden naar voren die de daling van het jaarresultaat in 2018 kunnen verklaren.
Voor de derde keer heeft de Benchmark MBO ook het medewerkersonderzoek uitgevoerd, onder de medewerkers van 58 mbo-scholen. De respons van dit derde onderzoek is 75,2 %: een mooie stijging ten opzichte van het tweede medewerkersonderzoek dat een respons had van 72,4%.
Dit onderzoek wordt om de twee jaar gehouden en bevraagt de medewerkers over vier thema’s: bevlogenheid, betrokkenheid, tevredenheid en werkgeverschap. Waar de score van bevlogenheid gelijk is gebleven ten opzichte van het tweede medewerkersonderzoek, zijn de scores op de thema’s betrokkenheid, tevredenheid en werkgeverschap allen positief significant gestegen ten opzichte van het medewerkersonderzoek twee jaar geleden. Bij alle vier de thema’s zijn er verschillen zichtbaar.
Over het algemeen scoren ondersteunend personeel, medewerkers met een tijdelijk contract, medewerkers met een contract tot 5 jaar en medewerkers jonger dan 30 jaar significant hoger dan het gemiddelde van deze themascores. Ditzelfde geldt voor de medewerkers van vakinstellingen.
Onderwijspersoneel en medewerkers die 5 jaar tot 15 jaar een contract hebben, medewerkers van 60 jaar of ouder en medewerkers met een vast contract, scoren juist significant lager ten opzichte van dit gemiddelde.
Als u meer dan 100 werknemers in dienst heeft moet u de kilometers van uw werknemers bijhouden. Hier komt meer bij kijken dan alleen het noteren van het aantal gereisde
Heeft uw kinderopvangorganisatie de vragenlijst voor het kostprijsonderzoek kinderopvang van SEO Economisch Onderzoek al ingevuld? Het kan nog tot 31 januari 2025. Dit onderzoek wordt uitgevoerd voor het ministerie van
Bedragen bezoldigingsmaxima Jaarlijks rond november worden de bezoldigingsmaxima die voor onderwijsinstellingen gelden per klasse aangepast. Recent zijn de bedragen voor 2025 gepubliceerd in de Staatscourant. Deze bedragen kunt u aanhouden