Op dit moment wordt hard gewerkt aan het implementeren en concreet maken van verslaggeving op het gebied van duurzaamheid. Hoewel de regelgeving nog niet van toepassing wordt op onderwijsinstellingen, maar op korte termijn al wel voor grote beursgenoteerde ondernemingen, sluiten wij niet uit dat dit onderwerp voor semipublieke sectoren op niet al te lange termijn ook relevant gaat worden. Ook kunt u via leveranciers al te maken krijgen met een informatie-uitvraag met betrekking tot duurzaamheids-thema’s.
Binnen de onderwijssector wordt een maatschappelijke verantwoordelijkheid gevoeld om duurzaamheid een belangrijk onderdeel te laten zijn van het beleid en daar ook in de verslaglegging aandacht aan te geven. In andere maatschappelijke sectoren, zoals woningcorporaties, wordt dit ook zo ervaren blijkt uit onderzoek van KPMG. Terecht wordt wel een voorkeur gegeven aan het maken van daadwerkelijke impact boven het alleen opnemen van informatie in de verslaglegging. Wij nemen u daarom op hoofdlijnen vast mee in de ontwikkelingen op dit gebied voor het onderwijs.
De basis van de regelgeving in Europa is de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Op basis van deze CSRD is een raamwerk opgesteld waaraan de rapportage moet voldoen. Dit raamwerk bestaat uit een algemeen deel en drie inhoudelijke onderdelen: Environmental, Social en Governance, vaak afgekort tot ESG. Alle drie de ESG-onderwerpen kennen een eigen set aan specifieke onderdelen die in de rapportage terug moeten komen.
Bij duurzaamheidsverslaggeving spelen twee invalshoeken een rol, de zogenoemde dubbele materialiteit:
Om een goed beeld te krijgen van al deze perspectieven zullen ondernemingen alle relevante stakeholders moeten consulteren. Mogelijk dat onderwijsinstellingen al te maken gaan krijgen met deze consultaties indien één van uw crediteuren al wel de verplichting heeft om een CSRD-rapportage op te stellen.
Op dit moment is in het tijdpad voor de invoering van de CSRD-wetgeving nog geen bepaling opgenomen dat de vereisten ook voor non-profitorganisaties van toepassing gaan worden. In Nederland zal de wetgeving daardoor vooralsnog ook niet van toepassing worden voor onderwijsinstellingen. Toch wil de sector, gestimuleerd door het Ministerie van OCW, vanuit de genoemde maatschappelijke verantwoordelijkheid, alvast nadenken over manieren waarop op een praktische wijze met deze verantwoording omgegaan kan worden. Hiervoor is een werkgroep ingericht die een handreiking zal gaan opstellen voor de verschillende onderwijssectoren. Collega’s van Van Ree Accountants maken ook deel uit van deze werkgroep. Wij houden u daarom graag op de hoogte van de ontwikkelingen op dit gebied.
Vanmorgen was er een rondetafelgesprek. Kamerleden stelden vragen aan de Belastingdienst en andere betrokken partijen. Zo verzamelden zij informatie van experts. Het onderwerp van de vragen was de handhaving van
Schijnzelfstandigen, schijn-zzp’ers of nep-zzp’ers. Allemaal namen voor dezelfde groep. Schijnzelfstandig zijn betekent dat iemand een zelfstandige (zzp’er) lijkt, maar het niet is volgens de Belastingdienst. Een verkapt dienstverband dus. Als
Het huidige kabinet heeft de inkomensonafhankelijke (bijna) gratis kinderopvang uitgesteld tot 2027. Vooruitlopend daarop wordt de kinderopvangtoeslag in 2025 en 2026 stapsgewijs verhoogd. Nadat het voorstel eerder in internetconsultatie is