Heeft u te maken met de inhuur van één of meer zzp’er(s)? Of bent u zzp’er en verhuurt u zichzelf aan andere (MKB)-bedrijven? Dan is dit artikel voor u van belang. De Belastingdienst heeft aangekondigd dat de handhaving bij inhuur van zzp’ers weer zal worden herstart. En dat is voor u belangrijk.
Bij de inhuur van zzp’ers moet vooraf getoetst worden of sprake is van een dienstbetrekking aan de hand van de volgende drie cumulatieve voorwaarden:
Wanneer aan bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan zal de Belastingdienst dit als een dienstbetrekking zien.
Als er geen sprake is van een echte dienstbetrekking, dan kan voor bepaalde groepen de arbeidsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer tóch worden beschouwd als een dienstbetrekking. Dit is de zogenaamde fictieve dienstbetrekking. Wanneer er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking zal de Belastingdienst over de betaalde vergoeding loonheffing willen naheffen bij de opdrachtgever. Onder andere door het feit dat de handhaving door de Belastingdienst op “een laag pitje stond” werd in de praktijk de soep niet zo heet gegeten.
Tot 1 juli 2018 werd uitsluitend door de Belastingdienst gehandhaafd als sprake was van kwaadwillendheid. Dit betrof uitzonderingssituaties waarbij al vooraf duidelijk was dat met opzet buiten de dienstbetrekking werd gewerkt.
Met ingang van 1 juli 2018 heeft de Belastingdienst haar handhavingsbeleid uitgebreid in het geval aan de volgende drie cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:
De bewijslast hiervoor ligt bij de Belastingdienst en is erg zwaar.
Vanaf 1 januari 2020 is het handhavingsbeleid verder aangescherpt. De Belastingdienst kan dan ook handhaven als opdrachtgevers hun werkwijze binnen een redelijke termijn niet aanpassen na aanwijzingen van de Belastingdienst.
Samenvattend: de Belastingdienst treedt alleen op indien sprake is van (evidente) kwaadwillendheid of als de aanwijzingen van de Belastingdienst niet worden opgevolgd.
Net voor de zomervakantie maakte de Minister van Sociale Zaken en de Staatsecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) bekend dat de Belastingdienst weer volledig wil gaan handhaven. Het kabinet heeft daarom de ambitie om het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 op te heffen. Of zelfs eerder indien mogelijk!
In de brief van de bewindspersonen wordt benadrukt dat er “niet één simpele oplossing bestaat voor de problematiek van de schijnzelfstandigheid”. Daarbij wordt aangegeven dat in het najaar een gezamenlijke brief wordt gestuurd over het “werken als zelfstandige”. In deze brief wordt aangekondigd:
Om risico’s en “gedoe achteraf” te beperken is het raadzaam dat u een overeenkomst van opdracht sluit met de zzp’er(s) of met uw opdrachtgever. De Belastingdienst heeft daartoe diverse modellen goedgekeurd. Wanneer er ook daadwerkelijk wordt gewerkt volgens de bepalingen van de overeenkomst, zal het risico op een (fictieve) dienstbetrekking in de praktijkbeperkt blijven.
Wel is het belangrijk om na te gaan of u nog steeds gebruik maakt van een geldige modelovereenkomst. De modelovereenkomsten hebben namelijk een beperkte “geldigheidsduur”. Wel is er verlenging mogelijk. In de praktijk zien wij steeds vaker dat gewerkt wordt met modelovereenkomsten die niet meer geldig zijn. De Belastingdienst geeft op haar website aan dat verlopen modelovereenkomsten geen zekerheid meer bieden.
Het advies is dan ook om dit in uw situatie na te gaan en vervolgens gebruik te maken van een geldige modelovereenkomst. Dus heeft u zelf een modelovereenkomst afgestemd met de Belastingdienst en is de geldigheidsduur bijna verlopen? In dat geval is tijdig actie vereist. Voor meer informatie verwijzen wij ook naar de website van de Belastingdienst.
Het is afwachten wat de inhoud zal zijn van de gezamenlijke brief over het “werken als zelfstandige”. Mogelijk weten we na de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) al meer. Houdt daarom deze website in de gaten.
Ontvangt u deze week een brief van de Belastingdienst? Dan komt u in aanmerking voor rechtsherstel. In die brief staat wat u moet doen. Voor elk belastingjaar gelden andere box
U hoort het overal om u heen: “bitcoins” en “cryptovaluta”. Misschien bent u er bekend mee, omdat u zelf ook bitcoins of andere cryptovaluta heeft. Maar weet u ook hoe
Er is meer bekend over het aanvullend rechtsherstel voor box 3. We weten nu wie het OWR-formulier kan invullen. Ook weten we iets meer over de invulling van het werkelijk