Uitbreiding signaleringswaarden financieel toezicht onderwijsinstellingen
Voor het toezicht op financiële risico’s hanteert de onderwijsinspectie al enige tijd verschillende kengetallen. Voor deze kengetallen zijn signaleringswaarden bepaald. Om de jaarrekeningen over 2022 te beoordelen, zijn door de Onderwijsinspectie de kengetallen voor de liquiditeit uitgebreid. De bestaande differentiatie naar de omvang van de instelling is uitgebreid met de categorie ‘grootste instellingen’. Voor deze instellingen geldt een signaleringswaarde voor de liquiditeit (vlottende activa / vlottende passiva) van 0,5. Hieronder ziet u een overzicht van deze nieuwe signaleringswaarde:
Wat houdt klein, middel, groot en grootste in:
Kleine instellingen: betreft besturen met totale baten minder dan € 3 miljoen
Middelgrote instellingen: besturen met totale baten tussen € 3 en € 12 miljoen
Grote instellingen: besturen met totale baten tussen € 12 en € 25 miljoen
Grootste instellingen: besturen met totale baten meer dan € 25 miljoen
Deze signaleringswaarden zijn gericht op de detectie van financiële risico’s. Daarnaast wordt het kengetal gebruikt voor mogelijk bovenmatig publiek eigen vermogen gebruikt. Omdat dit kengetal niet gebruikt wordt voor het toezicht op risico’s, maar voor het toezicht op te hoge vermogensvorming, maakt deze geen deel uit van dit kader.
Uw vragen over kengetallen en signaleringswaarden zijn welkom, wij helpen u graag verder.
Onlangs stuurden de ministers van OCW en Primair onderwijs en Voortgezet onderwijs een brief naar de Tweede Kamer. Hierin is een analyse gemaakt van de financiële posities van onderwijsinstellingen zoals
Wetwijziging vrijwillige ouderbijdrage Vanaf 1 augustus 2023 is de regelgeving voor ouderbijdragen weer veranderd. Het doel van deze wijziging is het scheppen van meer duidelijkheid voor schoolbesturen en ouders. Met
Effecten CAO PO en VO voor de jaarrekening 2023 In de CAO akkoorden zijn de gevolgen van de inflatie goed zichtbaar. In het Primair en Voortgezet Onderwijs gaat het om