Vroegschoolse educatie en de inzet van pedagogisch medewerkers via kinderopvanginstellingen: btw in rekening brengen?
De situatie kan zich voordoen dat pedagogisch medewerkers van kinderopvanginstellingen worden ingezet op scholen. Dat gebeurt in het kader van vroegschoolse educatie. De Belastingdienst stelt zich dan al snel op het standpunt dat er sprake is van btw-belaste prestaties. Deze btw werkt kostprijsverhogend uit voor de onderwijsinstelling. De vraag is echter of de kinderopvanginstelling geen beroep kan doen op een btw-vrijstelling. Gedacht kan worden aan de btw-onderwijsvrijstelling. Of anders: dat deze prestaties op verzoek bij beschikking worden aangemerkt als prestaties van sociaal-culturele aard.
Voor één van onze klanten, een kinderopvangstelling, voeren wij overleg met de Belastingdienst. Dat vindt plaats op centraal landelijk niveau om te bezien of buiten de btw-heffing kan worden gebleven. Want daarmee kan een aanzienlijke btw-besparing worden gerealiseerd!
Maakt uw onderwijsinstelling gebruik van pedagogisch medewerkers binnen de vroegschoolse educatie? En krijgt u daarvoor btw in rekening gebracht? Bekijk dan in overleg met de kinderopvanginstelling welke mogelijkheden er zijn om btw te besparen. Met uw vragen kunt u bij ons terecht.
Neem vrijblijvend contact op met Arjan van der Bok. Arjan heeft als fiscalist de focus op de onderwijssector en daarin veel expertise opgebouwd. U kunt hem ook bereiken via 0343-415940.
Vanmorgen was er een rondetafelgesprek. Kamerleden stelden vragen aan de Belastingdienst en andere betrokken partijen. Zo verzamelden zij informatie van experts. Het onderwerp van de vragen was de handhaving van
Vanaf 2025 handhaaft de Belastingdienst weer actief bij schijnzelfstandigheid. Schijnzelfstandigheid betekent dat een zzp’er geen echte zzp’er is. Door de handhaving is de periode van aanwijzingen geven voorbij. Dit heeft
Het huidige kabinet heeft de inkomensonafhankelijke (bijna) gratis kinderopvang uitgesteld tot 2027. Vooruitlopend daarop wordt de kinderopvangtoeslag in 2025 en 2026 stapsgewijs verhoogd. Nadat het voorstel eerder in internetconsultatie is