13 maart 2025

Op 17 februari 2025 heeft de rechtbank geoordeeld dat de generieke korting op de bekostiging van de samenwerkingsverbanden in 2023 onrechtmatig was. Volgens de rechtbank is er geen wettelijke grond om een generieke korting op de bekostiging toe te passen. Daarnaast is het door de staatssecretaris gemaakte onderscheid tussen samenwerkingsverbanden, gebaseerd op de hoogte van hun eigen reserves, in strijd met de wet. De regelingen waarin de generieke korting (en de compensatie bij onterechte korting) zijn opgenomen worden deels onverbindend verklaard. 

Omdat deze bepalingen onverbindend zijn, heeft de staatssecretaris deze bepalingen ten onrechte toegepast in de aan de samenwerkingsverbanden gerichte bekostigingsbeschikkingen van 21 november 2023. 

De staatssecretaris moet op basis van deze uitspraak nu eerst de regelingen aanpassen dan wel ervoor moet kiezen (de onderdelen) in de Definitieve regeling of de Regeling aanvullende bekostiging in te trekken. Op basis daarvan moet de staatssecretaris vervolgens opnieuw beslissen op de bezwaren van de samenwerkingsverbanden over de bekostiging van zware ondersteuning in primair en voortgezet onderwijs. 

 Op dit moment is nog niet bekend welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de samenwerkingsverbanden. Daarom is op dit moment nog geen grond om in de jaarrekening 2024 een vordering op te nemen voor de toegepaste korting op de bekostiging. Ons advies is om een tekst over dit onderwerp op te nemen in de ‘Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen’. Neem contact op met uw relatiebeheerder om de inhoud van de tekst af te stemmen.  

Meer nieuwsitems