17 december 2020

Jaarrekeningen PKN

Vanaf het boekjaar 2019 geldt voor de jaarrekeningen van kerkelijke gemeenten en diaconieën binnen de Protestantste Kerk de Richtlijn Begroting en Jaarverslaggeving PKN. Deze richtlijn is een ‘levend document’. Dat betekent dat er geregeld wijzigingen in plaatsvinden. Met ingang van het boekjaar 2020 gelden twee belangrijke veranderingen:

  1. waardering van de materiële vaste activa
  2. verwerking van de exploitatie van begraafplaatsen.

Wij maken u hierop attent, omdat toepassing van de aangepaste verslaggevingsrichtlijn verplicht is.

Materiële vaste activa

Voorheen werd bij de materiële vaste activa onderscheid gemaakt tussen:

  1. de reguliere materiële vaste activa, die bestemd zijn voor kerkelijke en/of diaconale doeleinden, en
  2. vastgoedbeleggingen.

De eerste categorie activa werd gewaardeerd tegen historische kostprijs. Bij de tweede categorie kon u voor de vervolgwaardering kiezen. Namelijk tussen de kostprijs en de actuele waarde. Waarbij u voor panden de WOZ-waarde en voor gronden de box 3-waardering van de Belastingdienst kon hanteren.

Aangepaste richtlijn 2020

In de aangepaste richtlijn 2020 bestaan de materiële vaste activa uit drie categorieën:

  1. kerkelijk onroerend goed
  2. vastgoedbeleggingen en landerijen
  3. installaties en inventaris.

Hierbij worden de kerkgebouwen en de inventaris, zoals voorheen, gewaardeerd tegen historische kosten. Alle overige materiële vaste activa dienen tegen actuele waarde in de balans opgenomen te worden. Evenals voorheen kunt u voor panden de WOZ-waarde volgens de OZB-aanslag gebruiken. En voor landerijen kunt u de box 3-waardering van de Belastingdienst toepassen.

De wijzigingen in de actuele waarden dient u in onderdeel B van de staat van baten en lasten te verwerken.
Via onderdeel C verwerkt u de wijzigingen in de herwaarderingsreserve. Het ‘operationele resultaat’ wordt dus niet beïnvloed.

Exploitatie begraafplaats

Met name dorpsgemeenten beheren vaak een begraafplaats. Voor het boekjaar 2019 schreef de verslaggevingsrichtlijn het volgende voor over de jaarrekening van de kerkelijke gemeente of diaconie.  De financiële gegevens van de begraafplaats moeten in een separate balans en een separate staat van baten en lasten in de jaarrekening van de kerkelijke gemeente of van de diaconie worden opgenomen. Echter bleek in de praktijk dat met deze voorschriften verschillend omgegaan werd. Dit kwam mede doordat in FRIS de verantwoording van de begraafplaats alleen in de toelichting ván of als bijlage bíj de jaarrekening kon worden opgenomen.

Daarom zijn de richtlijnen omtrent de exploitatie van begraafplaatsen gewijzigd. Dit houdt in dat vanaf het boekjaar 2020 de activa en passiva met betrekking tot de begraafplaats opgenomen dienen te worden in de balans van de kerkelijke gemeente of de diaconie. De baten en de lasten van de begraafplaats worden beide alleen op totaalniveau in de staat van baten en lasten van de gemeente of de diaconie opgenomen. De toelichtingen op de jaarrekeningposten en de specificatie van de baten en lasten van de begraafplaats worden opgenomen in het financieel overzicht begraafplaats. Dit financieel overzicht maakt deel uit van de toelichting op de balans en de staat van baten en lasten.

Aanvullende richtlijn

Met ingang van het boekjaar 2020 geldt aanvullend op de genoemde verslaggevingsrichtlijn de “Richtlijn administratie en financieel overzicht gemeenten / diaconieën met een begraafplaats”. Het doel ervan is uiteindelijk het verkrijgen van goed inzicht in de financiële positie van de begraafplaats. In deze richtlijn is uiteengezet aan welke eisen het in de toelichting op te nemen financieel overzicht moet voldoen. Ook staat erin beschreven hoe u de gegevens uit dit overzicht verwerkt in de balans en de staat van baten en lasten.

Zoals de benaming al aangeeft, betreft deze richtlijn niet alleen de jaarrekening maar ook de inrichting van de administratie. Zo dient u voor de exploitatie van de begraafplaats een afzonderlijke administratie, bij te houden. Waarondereen grafrechtenadministratie. Deze administratie dient vervolgens aan de eisen uit de richtlijn te voldoen. De belangrijkste eisen zijn:

  • een actueel reglement, waarin de duur van de grafrechten en onderhoudscontracten is beschreven;
  • een lijst van graven, waarin beschreven staat voor welke jaren is betaald en de data van overlijden;
  • een begroting voor 20 jaar van de te maken kosten, zoals dagelijks onderhoud, dotaties onderhoudsvoorziening, ruimingskosten, administratiekosten en afschrijvingen;
  • een tariefbeleid, die op de meerjarenbegroting gebaseerd is;
  • een meerjaren onderhoudsplan;
  • een aparte bankrekening voor alle liquide middelen met betrekking tot de begraafplaats;
  • een heldere administratie van de vooruit ontvangen gelden (grafrechten);
  • een meerjarenraming van de baten voor een periode van 20 jaar, gebaseerd op onder andere de vooruit ontvangen gelden.

Voor de gemeenten en diaconieën, waarvan de administratie niet (volledig) conform deze eisen is ingericht, geldt 2020 als overgangsjaar. Als dat bij u het geval is, dient u in het boekjaar 2020 voor zover mogelijk en in het boekjaar 2021 geheel aan de bepalingen vanuit de richtlijn te voldoen.

Richtlijnen raadplegen

Meer informatie vindt u in de vernieuwde Richtlijn Begroting en Jaarverslaggeving PKN en de Richtlijn administratie en financieel overzicht gemeenten / diaconieën met een begraafplaats.

Vanzelfsprekend bent u welkom met vragen, wij helpen u graag verder.

Meer nieuwsitems