Bent u als werkgever aangesloten bij het pensioenfonds Zorg en Welzijn? Hieronder staat uitgelegd wanneer u premie moet afdragen.
Veel van uw medewerkers gaan de komende maanden weer op vakantie. Het moment dat u misschien vakantiekrachten inzet. Maar moet u voor een vakantiekracht ook pensioenpremie betalen? Nee, in principe niet. Maar er zijn wel regels voor wat onder een vakantiekracht wordt verstaan
door Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn:
Uw medewerker is een vakantiekracht als de volgende vier voorwaarden van toepassing zijn:
1. | Uw medewerker volgt een dagopleiding |
2. | Uw medewerker werkt alleen tijdens school- en studievakantie |
3. | Uw medewerker werkt maximaal 6 weken achter elkaar |
4. | Uw medewerker werkt maximaal 60 dagen per kalenderjaar |
Voldoet uw medewerker niet aan al deze vier voorwaarden? Dan is uw medewerker géén vakantiekracht en dus verplicht deelnemer. Bevalt uw vakantiekracht zo goed dat hij of zij in hetzelfde jaar bijvoorbeeld als oproepkracht komt werken? Dan voldoet uw medewerker niet meer aan alle vier de bovenstaande voorwaarden. Daardoor ontstaat met terugwerkende kracht deelnameplicht.
BOL/BVP-leerlingen en stagiaires hebben een stageovereenkomst in plaats van een arbeidsovereenkomst. U neemt de medewerkers wel op in de pensioenaangifte, maar zijn niet premieplichtig.
Omdat BBL-leerlingen een arbeidsovereenkomst hebben, bouwen zij verplicht pensioen op bij PFZW. U betaalt voor een BBL-leerling pensioenpremie.
Het luistert dus nauw! Geef daarom bij uw aangifte aan Pensioenfonds Zorg en Welzijn duidelijk de functieomschrijving aan. Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.
Sinds 1 juli 2021 is de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) van kracht. Deze wet is van groot belang voor alle stichtingen en verenigingen. Waarom? Omdat de regels voor
Belangrijke veranderingen uit de Voorjaarsnota 2025 voor werkgevers en werknemers Op 18 april 2025 presenteerde het kabinet de Voorjaarsnota. Daarin staat een aantal belangrijke veranderingen die invloed hebben op lonen,
Bezuiniging op kinderopvangtarief in 2026 geschrapt Na felle kritiek vanuit de kinderopvangsector en een uitspraak van de Raad van State is besloten om de bezuiniging op het maximumuurtarief in 2026