Huishoudens die door de coronacrisis in een economische crisis te maken hebben met een onvoorziene, onvermijdelijke terugval van hun inkomen kunnen gebruik maken van de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK).

De TONK vraagt u aan via een aanvraagformulier op de website van uw gemeente. U kunt maximaal voor 9 maanden TONK aanvragen, januari t/m september 2021. De aanvraag kan ingediend worden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021. De loketten bij uw gemeente zijn sinds medio maart 2021 open. De gemeenten gaan verschillend om met de openstelling van de loketten. Ook maken zij verschillende keuzes om te bepalen welke doelgroep de TONK aan kan vragen en over de hoogte van de vergoeding.

Voorwaarden TONK

De voorwaarden om de TONK  te kunnen aanvragen, gesteld vanuit de Rijksoverheid zijn in ieder geval:

  • U bent minimaal 18 jaar;
  • U verliest (een aanzienlijk deel van) uw inkomen door de coronamaatregelen;
  • U kunt uw woonlasten niet meer dragen uit het gezinsinkomen;
  • Uw vermogen is niet toereikend om uw woonlasten te betalen. De gemeente bepaalt bij het uitwerken van de TONK hoeveel vermogen u mag bezitten;
  • Een andere financiële regeling of uitkering is niet toereikend om uw woonlasten te kunnen dragen.

De uitvoerende gemeente van de regeling mag zelf ook nog aanvullende voorwaarden vaststellen om de te TONK te kunnen aanvragen. In ieder geval tellen de waarde van uw woning, vermogen in uw onderneming, uw ontvangen TVL en NOW niet mee als inkomsten voor de TONK.

Hoogte TONK-uitkering

Wat de hoogte is van uw TONK-uitkering, hangt af van uw situatie en uw gemeente. De gemeente kijkt onder ander naar de hoogte van uw woonlasten, uw inkomen op het moment van aanvragen en uw draagkracht (welk deel u van de woonlasten zelf kunt betalen). De TONK-uitkering mag u meestal houden, maar de gemeente kan beslissen of de uitkering een lening wordt. En dan moet u deze later terugbetalen.

De woonlasten waar rekening mee wordt gehouden bij het toepassen van de TONK zijn de volgende kosten:

  • Uw huur of hypotheeklasten;
  • Betaalde kosten van gas, water en elektra;
  • Servicekosten;
  • Gemeentelijke belastingen.