11 april 2023

Over box 3 wordt momenteel veel geprocedeerd. De jurisprudentie blijft in beweging. Dit zijn enkele uitspraken:

Aansluiten op een aantoonbaar lager werkelijk rendement

De eerste is een uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch op 2 november 2022 (ECLI:NL:GHSHE:2022:3806).  In deze uitspraak had de belanghebbende een forfaitair rendement van € 47.811. Dit rendement was gebaseerd op het Besluit Rechtsherstel box 3. Let op: Het Besluit Rechtsherstel box 3 is in lijn met de huidige wetgeving 2023 (!) Het werkelijk rendement in casus bedroeg € 36.000. Belastingdienst en belanghebbende waren het over dit bedrag eens. Omdat het werkelijke rendement lager was dan het forfaitair rendement, paste het Hof daarom zelf rechtsherstel toe en stelde het voordeel uit sparen en beleggen vast op het werkelijk behaalde rendement van € 36.000.

Deze uitspraak van 2 november 2022 geeft hoopvol perspectief wanneer u een aantoonbaar lager rendement heeft. Op dit moment zijn er meerdere uitspraken bekend die pleiten voor heffing op basis van werkelijk rendement (in plaats van forfaitair rendement).

Wat behoort tot het werkelijk rendement?

Op 5 december 2022 en 22 december 2022 deed Rechtbank Den Haag uitspraken. In deze uitspraken was de Rechtbank van mening dat de volgende componenten tot het werkelijk rendement behoren:

  1. ongerealiseerde waardestijging van onroerend goed (een tweede woning in deze casus),
  2. ongerealiseerde koerswinsten op effecten en
  3. ongerealiseerde koerswinsten op goudstaven.

Is dit standpunt inmiddels weer achterhaald?

Er is hier sprake van lagere rechtspraak. Ook zijn wij van mening dat deze beide uitspraken ingehaald zijn door uitspraken van Gerechtshoven:

  • Zo heeft Hof Arnhem-Leeuwarden op 17 februari 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:1116) bijvoorbeeld  aangegeven dat ongerealiseerd koersverlies niet tot het inkomen uit sparen en beleggen behoort.
  • Ook wijzen wij u graag op de uitspraak Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 maart 2023 (ECLI:NL:GHSHE:2023:945). In deze uitspraak heeft zij geoordeeld dat niet-gerealiseerde waardestijging op een woning in box 3 niet behoort tot het werkelijk rendement. Ongerealiseerde vermogenswinsten passen naar het oordeel van het hof niet binnen de term “werkelijk behaald rendement”.

Samenvattend

Kortom, er blijven onduidelijkheden. Onder andere over het punt van de niet gerealiseerde waardestijgingen en –dalingen. Ook vanwege de (soms tegengestelde) uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven zal er ongetwijfeld over doorgeprocedeerd worden. Wij wachten op het eindoordeel van de Hoge Raad.

Meer nieuwsitems