20 september 2023

Prinsjesdag, wat merkt u ervan?

 Naast de Troonrede en algemene beschouwingen hoort ook het Belastingplan bij Prinsjesdag. Een aantal maatregelen waren vooraf al bekend. Toch blijft het altijd een verrassing welke maatregelen genomen gaan worden. En u zult zich wellicht afvragen: ‘Wat merk ik ervan?

Daarom hebben wij voor u het Belastingplan doorgenomen. Wij zetten de maatregelen op een rij die voor u, de ondernemer in het MKB, relevant kunnen zijn. Daarbij hebben wij per belastingmiddel de volgende onderwerpen gevonden.

Wij gaan in op:

  1. De gevolgen in de inkomstenbelasting
  2. De gevolgen in de vennootschapsbelasting
  3. De gevolgen in de loonbelasting
  4. De gevolgen in de schenkbelasting (bedrijfsopvolging)

 

De gevolgen voor de inkomstenbelasting

Afname MKB-winstvrijstelling

De MKB-winstvrijstelling is een aftrekpost van 14% (2023) van de behaalde winst uit onderneming, na vermindering met ondernemersaftrek (o.a. de zelfstandigenaftrek). Het percentage van de MKB-winstvrijstelling wordt per 1 januari 2024 verlaagd naar 12,7%. Gevolg hiervan is dat een kleiner deel van uw winst is vrijgesteld.

Afbouw zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek geldt voor ondernemers die aan het urencriterium voldoen. Het was al bekend dat deze afgebouwd zou worden. Deze afbouw vindt ook in 2024 weer plaats. De zelfstandigenaftrek neemt af van € 5.030 (2023) naar € 3.750 (2024).

Wijziging afschrijfbeperking gebouwen (IB)

Het afschrijven op gebouwen wordt beperkt door de zogenaamde bodemwaarde. Voor ondernemingen die zijn onderworpen aan de Vennootschapsbelasting geldt op dit moment een andere bodemwaarde dan voor ondernemingen die zijn onderworpen aan de Inkomstenbelasting.

In 2024 wordt de bodemwaarde voor alle gevallen gelijkgetrokken. Voor alle gebouwen gaat een bodemwaarde gelden van 100% van de WOZ-waarde. Er komt overgangsrecht voor gevallen waarin al voor 1 januari 2024 is afgeschreven, maar waar nog niet over drie volledige boekjaren is afgeschreven.

Afname energie-investeringsaftrek (EIA)

Met de EIA kan een ondernemer een percentage van de kosten van investeringen in energiezuinige en duurzame bedrijfsmiddelen aftrekken van de fiscale winst. Dit percentage is nu 45,5%. In 2024 wordt dit percentage verlaagd naar 40%.

Daarnaast wordt ook de lijst met bedrijfsmiddelen waarvoor de EIA geldt, strikter geactualiseerd. Concreet betekent dit dat er voor minder bedrijfsmiddelen EIA geclaimd kan worden en dat er per bedrijfsmiddel een kleiner bedrag aan EIA mogelijk is.

Deze regel is ook van toepassing binnen de vennootschapsbelasting

Wijzigingen Box 3

Box 3 heeft al ruime tijd de aandacht. Daarom is het geen verrassing dat ook op dit punt maatregelen zijn opgenomen in het Belastingplan. Er zijn een aantal zaken relevant: het tarief stijgt naar 34%, het heffingsvrij vermogen wordt niet geïndexeerd en blijft dus gelijk. Tot slot wordt de verdeling over de verschillende categorieën aangepast. Een aandeel in het reservefonds van een VvE of het geld op een derdengeldrekening van de notaris werd eerst aangemerkt als ‘overig bezit.’ Nu worden dergelijke saldo’s meegerekend als ‘bank- en spaartegoed.’ Dit zorgt ervoor dat het box 3-systeem meer aansluit op de feitelijke situatie.

Let op: ook naast het Belastingplan zijn er ontwikkelingen op het box 3. Zo heeft A-G Wattel een dag voor Prinsjesdag geconcludeerd dat de Wet rechtsherstel box 3 onvoldoende rechtsherstel biedt voor beleggers met een lager rendement. Het is nu wachten op het oordeel van de Hoge Raad.

 

De gevolgen voor de vennootschapsbelasting

Einde giftenaftrek in de vennootschapsbelasting

Het werd al voor de zomervakantie aangekondigd door de Staatssecretaris van Financiën en nu in het Belastingplan 2024 lezen we het ook terug: er komt een einde aan de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (hierna: VPB). Wat verandert er precies?

Huidige regeling tot en met 2023

VPB-plichtige bedrijven zoals bijvoorbeeld een BV of NV kunnen giften aan ANBI’s aftrekken van hun winst. Deze aftrek is gemaximeerd op 50% van de fiscale winst tot een maximum van € 100.000. Het meerdere is niet aftrekbaar en kan leiden tot een winstuitdeling bij de aandeelhouders van de vennootschap zelf.

Een door een ANBI ontvangen gift kan vrij van schenkbelasting worden verkregen.

Nieuw beoogde regeling per 2024

Vanaf 2024 zijn giften aan ANBI’s in de VPB niet langer fiscaal aftrekbaar. Een gift door een vennootschap leidt echter niet tot een winstuitdeling bij de aandeelhouder.

Ook vanaf 2024 kan een ANBI de gift vrij van schenkbelasting blijven ontvangen.

Wat betekent dit concreet voor u?

De bedoeling van de wetgever is dat doneren vanuit een vennootschap fiscaal eenvoudiger moet worden. Geen fiscale aftrek meer voor de vennootschap maar ook geen winstuitdeling aan de aandeelhouder.

Uit het Belastingplan 2024 blijkt dat het mogelijk blijft om bijvoorbeeld uitgaven m.b.t. MVO-beleid, sponsoring en reclame als vennootschap af te trekken van de fiscale winst als zakelijke uitgaven. Dit biedt ons inziens kansen. In dit kader adviseren wij u:

  1. Na te gaan of het fiscaal aantrekkelijk is in 2023 dan wel juist in 2024 nog een gift te doen via uw vennootschap;
  2. Na te denken over de vraag of giften aan ANBI’s mogelijk kunnen worden omgezet in zakelijke uitgaven, bijvoorbeeld vanwege MVO-beleid of sponsoring.

De gevolgen voor de loonbelasting

Wijzigingen Werkkostenregeling (WKR)

Via de WKR kunnen bepaalde vergoedingen en verstrekkingen onbelast worden gedaan aan werknemers op grond van gerichte vrijstellingen. In de WKR worden enkele aanpassingen voorgesteld.

Gerichte vrijstelling reiskostenvergoeding

De onbelaste reiskostenvergoeding per gereden kilometer wordt per 1 januari 2024 verhoogd van € 0,21 naar € 0,23.

Verruiming gerichte vrijstelling OV-kaarten en voordeelurenkaarten

Het ter beschikking stellen of vergoeden van een OV-kaart of voordeelurenkaart aan een werknemer kan op basis van een gerichte vrijstelling in de WKR belastingvrij plaatsvinden. In de situatie van het vergoeden van de kosten kan soms echter sprake zijn van belastbaar loon.

De verruiming beoogt dat, onafhankelijk van de vraag hoe een werkgever een OV-kaart aanbiedt aan de werknemer, met ingang van 2024 privégebruik door de werknemer gericht wordt vrijgesteld. Daarbij geldt als voorwaarde dat de werknemer in enige mate de OV-kaart gebruikt voor zakelijke reizen.

Aanpassing vrije ruimte WKR

Weliswaar reeds als maatregel opgenomen in het Belastingplan 2023 maar wij merken het zekerheidshalve nog op: met ingang van 2024 wordt de eerste schijf van de vrije ruimte in de WKR verlaagd van 3% naar 1,92%.

De gevolgen voor de schenk- en erfbelasting (bedrijfsopvolgingsregeling)

Aanpassing BOR

De huidige bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) gaat gewijzigd worden. In het Belastingplan 2024 stelt het kabinet acht maatregelen voor samen met de al eerder aangekondigde maatregel om aan derden verhuurd vastgoed niet in aanmerking te laten komen voor de BOR en DSR.

Met ingang van 1 januari 2024 komt aan derden verhuurd vastgoed niet in aanmerking voor de BOR en DSR.

De onderstaande maatregelen worden met ingang van 1 januari 2025 ingevoerd:

  1. De vrijstelling in de BOR wordt aangepast. De vrijstelling van 100% wordt verhoogd van € 1.205.871 (2023) tot € 1.500.000 van het ondernemingsvermogen. De vrijstelling boven dit bedrag wordt 70% in plaats van de 83% die nu geldt.
  2. Al het beleggingsvermogen wordt belast. In de huidige regeling mag maximaal 5% van het vermogen beleggingsvermogen zijn.
  3. De dienstbetrekkingseis in de DSR vervalt. De verkrijger hoeft niet minimaal 3 jaar in dienst te zijn.
  4. Er wordt een minimum leeftijd van 21 jaar ingevoerd voor de verkrijger bij de BOR en DSR. Deze eis zal niet gelden bij erven.
  5. Bedrijfsmiddelen met een waarde van meer dan € 100.000 die ook privé worden gebruikt (jaarlijks te indexeren). Denk aan personenauto’s en (bij de IB-onderneming) onroerende zaken. De regeling geldt dan niet meer voor het deel dat deze middelen privé worden gebruikt.

De volgende maatregelen zijn complex en worden opgenomen in het Belastingplan 2025 met als beoogde datum van invoering 1 januari 2026:

  1. De bezitseis en de voortzettingseis in de BOR worden versoepeld. In de huidige regeling moet de schenker de onderneming minimaal vijf jaar bezitten en moet de verkrijger de onderneming minimaal 5 jaar voortzetten.
  2. Constructies (rollator-investeringen en dubbel-BOR) worden aangepakt.
  3. De BOR en de DSR worden beperkt tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5% in het geplaatst aandelenkapitaal.

Aanpassing vrijstelling

Zoals aangegeven wordt de vrijstelling van het ondernemingsvermogen met ingang van 1 januari 2025 aangepast. Het omslagpunt ligt bij een ondernemingsvermogen van ongeveer € 1.900.000. Als het ondernemingsvermogen hoger is, dan is het verstandig om in 2024 gebruik te maken van de BOR. Bij een lager ondernemingsvermogen is het beter om te wachten tot 2025. In onderstaand rekenvoorbeeld wordt het effect zichtbaar van de aanpassing van de vrijstelling. Hierbij is uitgegaan van afgeronde bedragen. Ook wordt er geen rekening gehouden met specifieke situaties.

 

Uiteraard is niet alleen maatregel 1 maatgevend om te toetsen of de BOR in 2024 dan wel in 2025 voor u interessant is. Wellicht dat u, gelet op maatregel 4 de BOR al in 2024 wilt toepassen.

Denkt u na over bedrijfsopvolging? Wilt u niet voor verrassingen komen te staan en uw onderneming zo fiscaal vriendelijk mogelijk overdragen? Neem dan contact op met één van onze specialisten!

Conclusie

We hebben een aantal wijzigingen voor u op een rij gezet. In een aantal gevallen is het goed om na te denken of u nog dit jaar zaken kunt optimaliseren. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de beperking van de giftenaftrek in de VPB of aan de aanpassing van de BOR. Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen over uw concrete situatie? Als ervaren MKB-adviseur denken we graag met u mee! Neem daarom gerust contact met ons op.

 

Meer nieuwsitems