In een vorig artikel is er ingegaan op de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021. In deze uitspraak hield de Hoge Raad een slag om de arm als het ging om hoe het rechtsherstel eruit moest gaan zien voor alle bezwaarmakers. De Hoge Raad liet dit graag over aan de Staatssecretaris en inmiddels is hier meer duidelijkheid gegeven. In het rechtsherstel zal onderscheid worden gemaakt tussen degenen die op tijd bezwaar hebben gemaakt en degenen die dat niet op tijd of helemaal niet hebben gedaan.
Voor degenen die op tijd bezwaar hebben ingediend tegen de box 3-heffing zal rechtsherstel plaatsvinden volgens de zogenaamde forfaitaire spaarvariant. Dit zal uiterlijk 4 augustus 2022 gebeuren. In deze methode wordt gerekend met een forfaitair bedrag voor 3 verschillende categorieën: spaargeld, schulden en overige bezittingen. De forfaitaire vermogensmix, waarbij wordt aangenomen dat een groter deel van het vermogen wordt belegd naarmate het vermogen groter is, wordt dus losgelaten.
Voor elk van de drie categorieën wordt met een forfait het rendement bepaald (zie tabel 1). Wanneer het totaal daarvan lager is dan het oorspronkelijk berekende forfaitaire rendement, zal het inkomen uit sparen en beleggen worden verminderd.
Forfaits spaarvariant | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Spaargeld | 0.25% | 0.12% | 0.08% | 0.04% | 0.01% |
Schulden | 3.43% | 3.20% | 3.00% | 2.74% | 2.46% |
Beleggingen | 5.39% | 5.38% | 5.59% | 5.28% | 5.69% |
Voor de vraag of ook aan degenen die niet in bezwaar zijn gegaan rechtsherstel moet worden geboden, heeft de Staatssecretaris gewacht op een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad. Op 20 mei is deze uitspraak gepubliceerd en daarin heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er geen automatisch rechtsherstel hoeft plaats te vinden wanneer niet op tijd bezwaar is ingediend en de definitieve aanslag onherroepelijk was op het moment dat het arrest van 24 december 2021 werd gepubliceerd.
In de praktijk betekent dit dat de meeste niet-bezwaarmakers achter het net zullen vissen voor de jaren 2017-2020. De definitieve aanslagen voor die jaren stonden in de meeste gevallen al vast en daarom bestaat er volgens de Hoge Raad geen grond meer voor rechtsherstel. De staatssecretaris heeft de bevoegdheid om hier toch rechtsherstel te bieden. De kans dat rechtsherstel geboden wordt, lijkt echter klein.
Voor degenen van wie de aanslag over 2017-2020 nog niet onherroepelijk is en voor iedereen met een box 3-vermogen in 2021 is geduld geboden. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het nu aan de politiek is om vast te stellen hoe het rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers zal verlopen. Het pleit is nog niet definitief beslecht. Dit antwoord wordt rond medio september verwacht.
Vanaf 1 juli: | Start van het rechtsherstel voor bezwaarmakers over de jaren 2017-2020 |
4 augustus: | Alle bezwaarmakers hebben rechtsherstel ontvangen |
Vanaf augustus: | Start opleggen definitieve aanslagen 2021 |
Vanaf september: | Start herstel aanslagen over de jaren 2017-2020 die op 24 december nog niet onherroepelijk vaststonden. |
Vanaf oktober: | Start herstel aangiften 2017-2020 waarbij nog helemaal geen aanslag was opgelegd. |
Wij houden nauwlettend voor u in de gaten hoe dit verder verloopt. Mocht hierover nieuws zijn, dan informeren wij u daarover.
Heeft u naar aanleiding van dit bericht nog vragen? Neem gerust contact op met één van onze fiscalisten binnen Van Ree Finance Consultants, wij zijn u graag van dienst!
mr. J.(Johan) de Bruin AA RB
Belastingadviseur
mr. A.A.(Arjan) van der Bok RB MB MFP
Belastingadviseur
mr. G.C.(Govert) Meerkerk
Belastingadviseur
Als branchespecialist automotive hebben wij op Prinsjesdag 2023 het belastingplan voor u doorgenomen. En dat speciaal met de focus op fiscaliteit en de automotivebranche. In het Belastingplan 2024 vallen ons
Prinsjesdag, wat merkt u ervan? Naast de Troonrede en algemene beschouwingen hoort ook het Belastingplan bij Prinsjesdag. Een aantal maatregelen waren vooraf al bekend. Toch blijft het altijd een verrassing
Terwijl u mogelijk met vakantie was (op 14 augustus 2023) kwam de Belastingdienst met het volgende bericht: “Modelovereenkomsten gebaseerd op vrije vervanging vervallen per 1 januari 2024” Voor de MKB-praktijk